Het is oorlog!

Deze week kwam ik op Facebook een tekst tegen die iets met mij deed. Het ging over rode en zwarte mieren samen in een pot, die elkaar gaan aanvallen nadat iemand de pot heftig gaat schudden. Daarvoor doen ze elkaar helemaal niets. Het heftig schudden is de trigger, zorgt ervoor dat ze bang zijn en voor hun leven gaan vechten. Door dit verhaal moest ik direct denken aan een van mijn ‘stokpaardjes’: onze communicatie, de woorden die wij gebruiken.

We vallen elkaar aan

Wij vallen elkaar namelijk dagelijks aan. Niet met wapens, niet met fysiek geweld, maar met onze woorden. Meestal zijn we ons er niet eens van bewust, maar in heel veel gesprekken vallen wij elkaar behoorlijk aan. Puur door de woorden die we gebruiken. Het is in de meeste gevallen helemaal niet bedoeld als ‘echte aanval’, maar het wordt vaak wel als zodanig gevoeld.

Als iemand tegen jou zegt “Ik dacht dat jij de afwas zou doen?” is dat in de basis geen aanval (als je puur naar de woorden kijkt), maar zo wordt hij door de meeste mensen wel gevoeld. En de reactie hierop is bijna altijd een ’tegenaanval’ of de ander gaat zich ‘verdedigen’ waarom de afwas niet is gedaan. Met als eindresultaat twee mensen met ‘bozige’, niet prettige gevoelens.

We doen dit ook vaak met onze kinderen: “Zit je nou nog steeds aan de computer?” Je kind zal hier 9 van de 10 keer fel en aanvallend op reageren, in de meeste gezinnen tenminste😉. Als hij/zij zich ‘betrapt’ voelt, omdat jullie iets anders hadden afgesproken, dat is de reactie waarschijnlijk een ‘verdedigende’. In beide gevallen botsen jullie met elkaar en voelen jullie je geen van tweeën echt prettig (is mijn ervaring tenminste)

Het kan ook anders

Hoe mooi zou het zijn als we die kleine vaak onbewuste ‘aanvallen’ zouden kunnen verminderen. En weet je, dat is helemaal niet zo moeilijk. Zodra je weet wat je doet en wat dat bij de ander teweeg kan brengen, kun je het gaan veranderen. Dus de eerste stap is: Zodra de ander nogal fel reageert op wat je net hebt gezegd, sta dan even stil bij de woorden die je net hebt gebruikt. Als het lukt, schrijf ze dan even op.

Op een later, rustig moment pak je die woorden erbij en ga je na wat je ook had kunnen zeggen. Wat het beste werkt is om te zeggen wat je waarneemt, wat je ziet: “Ik zie dat de afwas op het aanrecht staat” en “Ik zie dat je aan de computer zit”. Dit zijn neutrale waarnemingen zonder oordeel. We zijn vaak geneigd om woorden als “nog” toe te voegen, maar dan is het geen zuivere waarneming meer, dan zit er een verwijt in die de ander ongetwijfeld in de aanval of verdediging duwt.

Wil jij hiermee aan de slag? Wil jij minder aanvallen en verdedigen in je communicatie met anderen? Ik vertel je graag meer over hoe je dat kunt aanpakken. Bel of app me op 06 – 477 59 139 of stuur me een mailtje via info@okidokikindercoaching.nl

Plaats een reactie