Dank je wel lieve vriendin

Puur toevallig kwam ik je vorige week tegen en behalve het ‘gewone’ gezellige gesprek en de belofte van ons beide dat we snel weer zullen afspreken, gaf je mij iets heel moois mee. Wat is het toch fantastisch dat ik zoveel fijne mensen om mij heen heb die mij, zonder het soms zelf te weten, heel veel ondersteuning en inspiratie geven!

 

Waar ik het over heb, vragen jullie je nu misschien af?

Ik heb het over mijn vriendin die met mij deelde dat ze een mail had ontvangen voor haar zoon die eindexamen doet (net als mijn jongste dochter). In die mail stond heel veel, maar wat ze met me deelde was het volgende: Er is eigenlijk geen reden om je als eindexamenkandidaat zo ontzettend druk te maken over dat eindexamen, want ELK jaar slaagt rond de 92% van de leerlingen!! Slechts 8% van de leerlingen halen het niet. Dus als er op een school 300 leerlingen eindexamen doen, dan zullen er ongeveer 277 slagen. En DE KANS dat jij daarbij zit is dus vele malen groter dan de kans dat je bij de 23 zit die zakken.

 

Het zal niet iedere eindexamenkandidaat helpen.

Ik weet dat dit voor lang niet alle eindexamenkandidaten de stress weg zal halen, maar ik denk dat het heel goed is om dit wel met ze te delen. Want in diezelfde mail stond ook dat de helft van de eindexamenkandidaten bang is om te zakken. Terwijl de statistieken dus laten zien dat maar 8% van de leerlingen zakt en niet 50%

Doe jezelf en je kind (of kleinkind, neefje, nichtje, buurmeisje, buurjongen) een plezier en benoem dit de komende tijd gewoon een paar keer. Wie weet helpt het in jullie geval wel om (in ieder geval een beetje van) de stress rond het eindexamen weg te halen.

 

Heel veel succes voor alle eindexamenleerlingen de komende weken!!!

Hulp bij het kiezen van een goede coach

Vorige week heb ik geschreven over het feit dat er geen kieswijzer is om je te helpen bij het kiezen van een goede coach. Ik gaf hierin aan dat ik eigenlijk niet weet of het wel handig zou zijn om zo’n kieswijzer te hebben.

Want wat voor vragen of stellingen zouden dan in die kieswijzer moeten staan? Welke thema’s, uitdagingen, problemen, vragen zou je aan bod moeten laten komen? Is het mogelijk om als coach in een kort en bondig antwoord op een stelling of vraag te laten zien wie je bent en wat je voor een kind en/of ouder kunt betekenen? Het viel me vorige week tijdens het invullen van een kieswijzer op dat veel politieke partijen in hun toelichting bij hun antwoord regelmatig veel genuanceerder waren dan het antwoord “eens” of “oneens”. Dat is natuurlijk ook heel logisch, maar het maakte wel dat ik af en toe verbaasd was dat dit het uitgebreidere antwoord was bij het antwoord “eens” of “oneens”.

 

Mijn antwoord

Mijn antwoord op de vraag “zou er een kieswijzer moeten komen om ouders te helpen bij hun keuze voor een goede coach? ” is daarom een duidelijk nee. Daar komt nog bij dat ik me afvraag hoe ouders uit de antwoorden van de verschillende coaches kunnen bepalen welke coach de beste is voor hun gezin. Want in mijn ogen is de persoonlijke klik nog belangrijker dan de exacte kennis en kunde van de coach. Als er twee coaches zijn met nagenoeg dezelfde kennis en kunde, dan geef ik je op een briefje dat het eindresultaat bij de coach waar een fijne en persoonlijke klik is, veel beter is. Want als je ernaar uitkijkt om weer bij de coach te komen, als het goed en vertrouwd voelt om met de coach te praten, een spelletje mee te spelen, als je graag naar de coach luistert, dan ga je veel sneller en grondiger aan de slag met wat je van die coach leert.

Zo’n kieswijzer om een coach te kunnen kiezen, vind ik dus geen goed idee, maar ik snap wel dat het lastig kan zijn om uit de vele coaches die er zijn de juiste te kiezen. Daarom zou ik graag willen weten wat voor vragen ouders zouden willen stellen aan (kinder)coaches op het moment dat ze voelen een coach te kunnen gebruiken. Wat willen zij over deze coach weten? Willen zij meer weten over de werkwijze van de coach? Willen ze weten wat de visie is van de coach? Of willen ze juist de persoon achter de coach zien? Wat hebben ze nodig aan informatie om te kunnen beslissen met welke coach ze aan de slag willen gaan, welke coach de juiste is voor hen?

 

Een oproep

Vandaar mijn oproep aan alle ouders die dit lezen: willen jullie mij alsjeblieft laten weten welke informatie jullie zou helpen bij het kiezen van een coach voor jezelf of voor je kind(eren)?

Alvast heel hartelijk bedankt voor je reactie (mag uiteraard ook via een privé berichtje) Jullie antwoorden ga ik gebruiken om de informatie die ik op mijn website en in mijn ‘socials’ deel zo te maken dat het voor ouders die hulp zoeken, makkelijker is om te besluiten of ik de juiste coach voor hen ben. Zodat ik nog meer ouders en kinderen kan helpen zich minder boos, geïrriteerd, alleen, onbegrepen, verdrietig, machteloos, te voelen. Zodat er nog meer ouders en kinderen zijn die situaties die nu moeilijk, lastig en vervelend voor ze zijn, in de toekomst niet meer op die manier ervaren.

#hulpvragen #coachingtips #gedrag #emoties #gedragsverandering

Ik kan het niet, ik wil het niet en ik leer het nooit!

Wat doe je als je zoon zich machteloos voelt en bovenstaande woorden steeds herhaalt.

Er zijn verschillende manieren waarop wij als volwassenen op deze situaties reageren.

  • Met overtuiging dat ze het kunnen: “Natuurlijk kan je dat wel, gewoon even doorzetten”,
  • Met irritatie over de houding van het kind: “Het is ook altijd hetzelfde met jou, je zeurt alleen maar dat je het niet kan, doe het nou maar gewoon” of
  • Met bagatelliseren van de grote berg die het kind ziet: “Je maakt het veel te groot, zo moeilijk is het niet hoor.”

Helaas zijn geen van deze reacties echt helpend voor je kind. Wat meer kans van slagen heeft, is het erkennen en benoemen van de gedachten en gevoelens die je kind waarschijnlijk heeft. Door bijvoorbeeld te zeggen: “Denk je dat het heel moeilijk is en ben je bang dat het niet zal lukken?” of “Denk je dat je vriendje je dom vindt en voel je je verdrietig dat je het nooit zal leren?”

Door op deze manier de gedachten en gevoelens van je kind te erkennen en te benoemen, leer je je kind heel veel dingen:

  • Gedachten zorgen voor gevoelens en samen zorgen ze voor jouw gedrag
  • Niet al jouw gedachten zijn waar
  • Iedereen heeft gevoelens en het is goed om die te (h)erkennen
  • Gevoelens en emoties gaan ook weer voorbij
  • Door je gedachten en gevoelens te kennen, kun je op zoek gaan naar oplossingen
  • Er zijn meer oplossingen mogelijk, als je er maar naar zoekt
  • Door te oefenen en door fouten te maken leer je heel erg veel
  • Als je vandaag iets niet kunt, wil dat niet zeggen dat je het morgen ook niet kunt

Als je op deze manier omgaat met de uiting van je kind “Ik kan het niet” leer je je kind beter kennen, neem je je kind serieus en ga je samen op onderzoek uit naar wat hem/haar wel kan helpen in een moeilijke situatie.

Je kunt je kind ook meteen laten zien dat jij ook nog iedere dag nieuwe dingen leert, want: Jij kan dit (nog) niet, je wilt het wil en dit is de tijd om het te leren . Samen met je kind(eren)!

Laten we allemaal wat meer leven naar de wijsheid van Pippi Langkous (zie afbeelding).

 

 

Zie lastig gedrag als een noodsignaal

Ik las lang geleden een interessant artikel waarin iemand ‘probleemgedrag’ vergeleek met koorts. Ik weet helaas niet meer wie het artikel heeft geschreven, maar ik neem graag de vergelijking over.

Bij koorts weten we allemaal dat dit een reactie is op iets wat ‘niet goed is in het lichaam’. Op internet heb ik de volgende uitleg gevonden over koorts: “Koorts is een normale, goede reactie van uw lichaam als een virus of bacterie uw lichaam binnen wil komen. Uw lichaam gaat dan stoffen maken tegen het virus of de bacterie: dit zijn afweerstoffen. Hierbij kan uw lichaam de temperatuur verhogen. Bij een hogere temperatuur kan uw lichaam meer afweerstoffen aanmaken. Zo kan uw lichaam het virus of de bacterie beter onschadelijk maken. Koorts is dus een goede reactie van uw lichaam.”

Een noodsignaal, een waarschuwing
De koorts is dus een noodsignaal, een waarschuwing om aan te geven dat er iets aan de hand is waar je iets aan moet doen. Daarnaast is het ook een hulpmiddel, het is een middel om je lichaam weer beter te maken. Je kunt ervoor kiezen om medicijnen in te nemen om de koorts zo snel mogelijk te verlagen, maar dan ontneem je je lichaam de kans om beter te worden. Als je daarnaast ook niets doet aan het onderliggende probleem (de infectie of bacterie waar de koorts op reageerde), los je het echte probleem dus niet op, zal de infectie of bacterie niet verdwijnen en op een later tijdstip weer de kop opsteken, misschien nog wel heftiger dan de eerste keer.

Hetzelfde geldt voor ‘probleemgedrag’. Het gedrag is een signaal dat er iets niet goed is in het leven van de ‘lastige persoon’. Je kunt acties nemen om te zorgen dat het gedrag verandert, maar als je niet onderzoekt wat de reden voor het gedrag is en daar iets aan gaat doen, zal het gedrag uiteindelijk weer terugkomen. Soms zelfs in versterkte mate.

Dus focus niet op het zeuren, schreeuwen, liegen, dwarsliggen, spijbelen, weglopen, vechten, zich terugtrekken of op de woedeaanvallen, maar zie het als een signaal en ga op zoek naar de reden van dit gedrag. Daarna kun je kijken of je iets aan de oorzaak, de reden van het gedrag kunt veranderen. Zodra dat gelukt is, verdwijnt het ‘lastige gedrag’ automatisch.

Maar hoe dan?
De meeste volwassenen proberen van alles in hun reactie op het gedrag: geduldig blijven, negeren, belonen/straffen, boos worden, positieve aandacht geven, heel streng zijn, alles toestaan, etc. Maar dit zijn reacties op het zichtbare gedrag (de koorts), maar er wordt helaas te weinig gezocht naar de reden achter het gedrag.

Op zich begrijpelijk, want we hebben NU last van het gedrag en willen dat het NU stopt. Uitzoeken waarom een kind zich zo gedraagt, kost tijd en inspanning. Iets wat we lang niet altijd hebben op zo’n moment. Maar als we het gedrag gaan zien als het waarschuwingssignaal dat het is en ons realiseren dat het oplossen van de reden van het gedrag de èchte oplossing is, dan weten we ook dat het die tijd en inspanning meer dan waard is.

Bepaal welk doel je nastreeft
Een huilbui kan een teken zijn dat het kind zich eenzaam voelt, een driftbui kan het gevolg zijn van de angst om ergens heen te gaan, met dwarsliggen kan een kind aan willen geven dat het zich niet gezien of gehoord voelt. Pas als het kind zich niet meer eenzaam voelt, zal het huilen stoppen, pas als de angst om ergens heen te gaan is erkent en daar een oplossing voor is gevonden, zullen de driftbuien stoppen, pas als het kind zich gezien en gehoord voelt, zal hij niet meer dwarsliggen.

We willen dat onze kinderen gelukkig zijn, zich goed voelt. Dus heb als doel “Ik wil dat mijn kind zich goed voelt, dat mijn kind gelukkig is” en niet “De driftbuien moeten stoppen” of “Ik wil dat hij niet meer vecht met andere kinderen”. Als je kiest voor het eerste doel is het makkelijker om je vol overgave te storten op het zoeken naar de achterliggende reden van het gedrag en minder gefocust te zijn op het gedrag zelf.

Mam, ik verveel me zo!!!

Je zoon die klaagt dat hij zich verveelt, wie kent het niet als ouder. Ik vond dit altijd moeilijke momenten, want “er is toch meer dan genoeg speelgoed om mee te spelen of andere dingen om te doen?” Meestal noemde ik allerlei dingen op die ze in mijn ogen konden gaan doen, maar elke keer was het “nee, geen zin in.” Andere keren zei ik dat het helemaal niet verkeerd is om je te vervelen en even gewoon niets te doen. Soms ontplofte ik wel eens en liep daarna boos weg.

Eigenlijk was ik met geen van deze reacties van mezelf tevreden en dus ging ik op zoek naar tips en informatie over wat je als ouder in zo’n geval kon doen. Die inzichten en tips wil ik graag met jullie delen. Pak eruit wat goed voelt voor jou en waarvan je verwacht dat het bij jou en je kind kan werken. Misschien zit er zo op het eerste gezicht niets bij dat je aanspreekt, maar bedenk dan dat je er natuurlijk altijd je eigen ‘draai’ aan kunt geven of een aantal dingen kunt combineren. Ik hoop gewoon dat deze ideeën je kunnen helpen op de momenten dat jij het moeilijk hebt met je dochter die zegt “Ik verveel me zo!!”

  • Ga als eerste na hoe lang het geleden is dat je ‘echt’ contact had met je zoon om uit te sluiten of je zoon misschien juist nu om aandacht en verbinding vraagt (indirect). In dat geval is de oplossing waarschijnlijk simpel: neem 10 tot 15 minuten de tijd om echt contact te hebben met je kind, 1 op 1 zonder afleiding. Dat kan door een gesprek te voeren, een spelletje te doen, even samen gek te doen, samen iets actiefs te doen, of iets anders dat past bij jullie tweetjes. Geef achteraf even aan dat je er zelf erg van hebt genoten. Dat maakt de tijd nog specialer voor je zoon of dochter.
  • Als je kort geleden nog ‘echt’ contact hebt gehad, zou het ook kunnen zijn dat je dochter eigenlijk behoefte heeft om meer zelf te beslissen wat zij kan en mag. Dat lijkt gek als ze bij jou komt met de opmerking “ik verveel me zo”, maar het kan zijn dat ze eigenlijk alleen behoefte heeft aan een klein duwtje in de richting van ‘los komen van papa en mama en zelf beslissen’. Dus kijk eens wat er gebeurt als jij zegt “Ik weet zeker dat jij zelf heel goed iets kunt bedenken wat je nu zou kunnen gaan doen. Maak maar eens een lijstje van alle dingen die je altijd graag doet. Als dat af is, weet ik zeker dat er iets tussen staat wat je nu kunt gaan doen.” Hierdoor is je dochter meteen ergens mee bezig met als extra voordeel dat hij een lijst heeft om een volgende keer uit te kiezen.
  • Een andere oorzaak van verveling kan ook zijn dat je dochter vermoeid is. Door te weinig slaap en/of rustmomenten kunnen kinderen niet meer in staat zijn om ergens zin in te hebben en de concentratie te houden om iets te doen. Zelfs als ze iets kiezen om te doen, stoppen ze er na een paar minuten alweer mee, omdat ze door moeheid hun aandacht en interesse niet bij de activiteit kunnen houden. Zodra je zoon meer rust en slaap krijgt, zal hij zich minder vaak vervelen, maar ook de momenten waarop concentratie nodig is, zullen beter worden.
  • Misschien heeft je dochter onvoldoende opties die bij haar leeftijd passen. Als het speelgoed, de spelletjes, de boeken, films of andere dingen die in huis zijn om te doen niet (meer) voldoende uitdaging geven of niet meer interessant zijn voor je zoon, dan is de kans groot dat hij zich gaat vervelen. Check dus af en toe of je dochter nog voldoende bij haar passende keuzes heeft om te lezen, spelen, maken, uitproberen, doen. Passend bij de leeftijd, interesses, talenten, behoefte aan uitdaging van je zoon of dochter.
  • Pas op dat je op momenten dat je zoon aangeeft zich te vervelen niet altijd degene bent die meteen iets met hem gaat doen. Wordt dus niet zelf de oplossing van het ‘ik verveel me – probleem’, want hier doe je je dochter uiteindelijk geen plezier mee. Jij bent niet de “bron van vertier” van je kind, jij bent de opvoeder van je kind.
  • Ergens op internet ben ik nog een leuke tip tegengekomen: Maak samen met het hele gezin een lijst met Vervelingsoppeppers. Bedenk allerlei dingen die jullie samen of individueel kunnen doen op momenten dat iemand zich verveelt. Je zou deze lijst op kunnen hangen in de keuken of je zou alle bedachte activiteiten op losse briefjes kunnen schrijven en in een leuke pot of blik kunnen stoppen “De Anti Verveel Pot” bijvoorbeeld. Degene die zich verveelt, kan dan een briefje uit de pot trekken en die activiteit gaan doen. Je zou er ook nog “De Klusjes in Huis Pot” aan toe kunnen voegen. Zorg in beide gevallen wel dat jullie samen als gezin alle activiteiten bedenken. Op die manier heb je een leuke gezinsactiviteit en zijn alle bedachte activiteiten ‘goedgekeurd’ door iedereen.
  • Laatste tip die ik je wil geven is: laat je zoon zich lekker vervelen. Als een mens zich verveelt komen de hersenen namelijk tot rust en komt er ruimte om te denken. Dus ook om te bedenken wat hij zou kunnen gaan doen. Je kunt je dochter stimuleren door te zeggen “ik weet dat je je nu verveelt en dat is geen fijn gevoel. Maar ik ben ervan overtuigd dat je creatief genoeg bent om iets leuks te bedenken dat je kunt gaan doen.”

OPMERKING: Ik wissel ‘zoon + hij’ en  ‘dochter +zij’ altijd af in een tekst, omdat ik vind dat ‘zoon/dochter + hij/zij’ niet prettig leest.  

Ruzie in huis, word jij er ook zo gek van?

Zeker in deze tijd van lockdown is het extra vervelend als er regelmatig ruzie is in huis. Daarom wil ik wat inzichten en tips met jullie delen, zodat het negatieve of soms zelfs machteloze gevoel dat ruzies kunnen oproepen minder zal worden.

We willen geen ruzie in huis, toch?

Ruzie wordt meestal als heel vervelend en als iets negatiefs ervaren, maar ruzie hebben kan heel leerzaam zijn en is juist heel belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Kinderen hebben namelijk nog niet de vaardigheden om met conflicten om te gaan en het is dus aan ons om ze te leren op een fijne manier om te gaan met anderen. Wij kunnen ze leren dat het beter werkt om iets netjes te vragen dan om iets af te pakken en snel weg te rennen. Wij kunnen ze leren dat je zeker voor jezelf op moet komen, maar dat dit op verschillende manieren kan. Ruzies tussen broertjes en zusjes onderling zijn fantastische momenten om ze deze dingen te leren, dus we moeten juist blij zijn als er ruzie is in huis.

Blij zijn met ruzie in huis?

Blij omdat thuis een veilige plek is voor kinderen om ruzie te maken, want broers, zussen, vaders en moeders blijven hoe dan ook bij als er onenigheid is, iets wat je met vrienden helaas niet zo zeker weet. Dus wat is er fijner dan in deze veilige omgeving dingen te leren en uit te proberen zoals onderhandelen en voor jezelf opkomen. Je kunt in de thuissituatie makkelijker verschillende strategieën uitproberen en leren hoe je je emoties kunt uiten, zodat je in latere ruzies/onenigheden weet wat wel en wat niet werkt.

Omgaan met ruzie in het gezin

Wees als ouder(s) dus niet wanhopig als je kinderen ruzie maken. Grijp ook niet te snel in. Kijk eens of en hoe ze onderhandelen, voor zichzelf opkomen, duidelijk maken wat ze willen en wel of geen rekening houden met elkaar. Uiteraard moet je wel ingrijpen als er gevaarlijke situaties ontstaan, maar anders is mijn advies echt: “Laat het gebeuren en let goed op wie wat doet en zegt.”

Door (te) snel in te grijpen krijgen kinderen niet de kans om te leren om met tegengestelde behoeften of belangen om te gaan. Behoefte aan aandacht of het hebben van een bepaald stuk speelgoed, het als eerste willen beginnen, het willen bepalen wat ze gaan doen. Allemaal mogelijke oorzaken van onenigheid en ruzie. Als jij je er als ouder meteen mee gaat bemoeien, zul je zien dat de kinderen allebei zullen proberen om je te overtuigen dat de ander begon, dat de ander altijd iets doet (of juist niet), dat het de schuld van de ander is. Ze verwachten vervolgens dat jij ‘een kant kiest’ en de ruzie oplost, maar als je dat doet, is de kans heel groot dat er minimaal 1 partij ontevreden zal zijn. Dus waarom leer je ze niet om het zelf op te lossen?

Hoe kunnen ze dit leren?

Doordat jij als ouder het goede voorbeeld geeft en ze helpt bij het proces (zonder ingrijpen en oplossen).

  • Laat beide kinderen na elkaar (en zonder dat de ander mag onderbreken) rustig vertellen wat er is gebeurd, wat zijn/haar standpunt is.
  • Geef daarna begrip voor beide standpunten en
  • vertel dat je ervan uitgaat dat ze er samen uit kunnen komen.
  • Vraag aan ieder van hen wat volgens hem/haar een oplossing kan zijn, waarbij ze elkaar weer niet mogen onderbreken
  • Vervolgens gaan ze samen besluiten welke oplossing voor hen beide acceptabel is en die gaan ze dan uitvoeren.

Door ze echt naar elkaar te laten luisteren, komen ze erachter wat de ander nou precies wil en waarom en kunnen ze (eventueel door te onderhandelen) tot een oplossing komen die voor allebei goed voelt. Door op deze manier zelf tot een oplossing en dus tot een einde van de ruzie komen, is er meer rust voor jou als ouder en zullen de ruzies in huis ook minder heftig zijn.

Onze communicatie is vaak niet handig (deel 2)

In het artikel dat ik op 23 januari heb geplaatst schreef ik dat wij het onze kinderen regelmatig onnodig moeilijk maken om te reageren op onze (onhandige) communicatie. We vertellen onze kinderen namelijk meestal wat ze NIET moeten doen in plaats van wat we WEL willen dat ze doen.

Hierdoor vragen we minimaal twee acties van de hersenen van het kind: het maken van het beeld van wat we NIET willen dat het kind doet EN bedenken wat ze dan WEL moeten doen. Ik heb aan het einde van het artikel beloofd dat ik nog twee onhandige manieren van communiceren zou geven en ook uitgebreider zou vertellen hoe we handiger kunnen communiceren.

ONHANDIGE COMMUNICATIE NUMMER 2 en 3

Wat we ook heel vaak doen is het stellen van een VRAAG als we willen dat ze iets doen. Bijvoorbeeld “Wil je nu meteen hierheen komen alsjeblieft?”, “Kun je alsjeblieft je jas aandoen en je rugzak pakken?”, “Kun je je schoenen aandoen?” en “Het is tijd om naar huis te gaan, okay?” Terwijl we gewoon willen dat ze komen, hun jas aandoen, hun rugzak pakken, hun schoenen aandoen en mee naar huis gaan.

Probleem met deze vragen is dat kinderen gewoon antwoord kunnen geven op de vraag en dan in de basis gewoon heel netjes en beleefd zijn. Want ook met het antwoord “Nee” geven ze gewoon antwoord op de gestelde vraag . In alle eerlijkheid zou je daar dus ook niet boos of geïrriteerd door mogen worden. Maar dat worden we wel, omdat het wat ons betreft eigenlijk helemaal geen vraag was, maar een ‘opdracht’.

Een derde ‘onhandige’ manier van communiceren is het meteen “nee” zeggen op een vraag of verzoek van onze kinderen. “Nee, we gaan nu niet naar de speeltuin.”, “Nee je mag geen snoepje.”, “Nee ik heb nu geen tijd om met je te spelen.” Op zich is er natuurlijk niets mis met deze reactie, maar als ouder en leerkracht heb ik gemerkt dat kinderen bijna nooit positief reageren op dit soort antwoorden.

KAN HET OOK ANDERS?

Waarschijnlijk zijn er veel ouders die herkennen dat al deze woorden min of meer automatisch uit onze mond komen en dat er meestal een negatieve, boze en ongewenste reactie van onze kinderen op volgt. Waarna wij zelf ook weer geïrriteerd of zelfs echt boos reageren en zo komen we in een vicieuze cirkel terecht.

Gelukkig is het mogelijk om deze cirkel te doorbreken. Dat gaat niet vanzelf, daar moeten we wel op oefenen, maar het kan echt! Hieronder zal ik voor alle drie de manieren een aantal voorbeelden geven die de cirkel zullen doorbreken.

ZEG duidelijk wat je WEL wilt dat je kind doet

  • Loop rustig van de keuken naar de woonkamer
  • Ga rustig op de bank zitten
  • Probeer je mond dicht te houden als je eet

Vraag niet, maar ZEG duidelijk wat je wilt dat je kind doet.

  • Ik wil dat je nu naar beneden komt
  • Doe nu je jas aan en pak je rugzak
  • Doe nu je schoenen aan

Geef je kind twee alternatieve keuzes

  • De speeltuin is altijd leuk ja, zullen we daar vanmiddag of woensdagmiddag heen gaan?
  • Ik vind het nu geen goed moment voor een snoepje, maar als ik zo meteen boodschappen ga doen, mag je er eentje.
  • Je mag op dit papier tekenen of je kunt met krijtjes op de stoeptegels tekenen
  • Als je graag wilt springen kun je op de trampoline springen of je kunt je springtouw pakken en op het gras gaan springen

Kinderen zijn niet expres ‘vervelend’ ze hebben gewoon een bepaalde behoefte en hebben (vaak onbewust) een bepaalde actie gekozen om in die behoefte te voorzien. Aan ons de taak om ze op een heldere en liefst positieve manier duidelijk te maken wat we van ze verwachten of wat in onze ogen een meer acceptabele manier is om aan hun behoefte te voldoen. Welke van bovenstaande manieren je ook kiest, de toon en sfeer in huis wordt hoe dan ook positiever en de momenten van strijd en ruzie zullen zeker afnemen.

Succes met oefenen

Onze communicatie is vaak niet handig (deel 1)

“Freek, we moeten nu echt weg, want anders komen we te laat op school. Nee nu NIET je autootje pakken!” Maar Freek heeft hier geen zin in, zegt NEE en rent de trap op naar boven. “Freek, niet rennen op de trap! Hoe vaak moet ik dat nog zeggen? We moeten nu echt weg, dus wil je nu meteen hierheen komen alsjeblieft?”

Herken je dit als ouder en opvoeder? Ik wel in ieder geval. We hebben haast, we willen niet te laat komen, we willen geen ruzie, maar ons kind luistert niet. Heel frustrerend en behoorlijk uitzichtloos, want je hoort het van zoveel ouders! MAAR het kan ook anders! Zonder frustratie, zonder ruzie en zonder boze gezichten. In dit artikel vertel ik je wat onze communicatie zo onhandig maakt en hoe je het anders kan doen.

HET BREIN IS DE BOOSDOENER

De voornaamste oorzaak van niet luisterende kinderen is dat we onze kinderen meestal vertellen wat we NIET willen dat ze doen:

  • Niet rennen in de gang!
  • Niet schreeuwen!
  • Niet springen op de bank!
  • Pas op, niet vallen!

Het lastige is dat deze woorden ervoor zorgen dat ons brein twee dingen moeten verwerken. Er wordt namelijk automatisch een beeld in ons hoofd gevormd wanneer er iets tegen ons wordt gezegd. Dat doe je niet bewust, dat gebeurt gewoon. Pas als dat beeld er is, gaan onze hersenen verweken wat er precies werd gezegd of van je werd gevraagd. Dus als er wordt gezegd dat je iets NIET moet doen., zie je eerst het plaatje van de actie (rennen in de gang, springen op de bank) en dan pas verwerk je het stukje van het NIET rennen in de gang NIET springen op de bank.

Even een KLEINE TEST: DENK NIET AAN EEN ROZE OLIFANT. Welk beeld zie je als eerste in je hoofd? Inderdaad een ROZE OLIFANT. Voor kinderen werkt het precies zo en TOCH vertellen we ze negen van de tien keer wat ze NIET moeten doen.

Als je me niet gelooft, dan heb ik nog een kleine test voor je:

Hieronder staan een aantal dingen die iemand tegen jou moet zeggen. Opdracht aan jou is om meteen te doen wat er wordt gezegd.

  • Ga niet staan
  • Loop niet weg
  • Doe je mond niet open
  • Doe je ogen niet dicht

Wat gebeurde er met je? Wist je meteen wat je wel of niet moest doen? De kans is heel groot dat jij (net als onze kinderen) eerst dacht “oh ik moet gaan staan, of wacht, nee ik moet juist NIET gaan staan” of “Oh ik moet weglopen, of wacht, nee ik moet juist NIET weglopen.” enzovoorts. Lastig hè? En dit doen wij onze kinderen heel vaak aan

KAN HET OOK ANDERS?

Hoe kunnen we dit oplossen, hoe kunnen we dit veranderen? Eigenlijk heel simpel door onze communicatie helder en duidelijk te maken: Vertel de ander wat je graag wil dat ze WEL doen. Zeg dus:

  • De bank is alleen om op te zitten
  • Leg de boeken op de tafel
  • Praat met een zachte stem
  • Ga (of blijf) zitten
  • Sta stil of Blijf staan
  • Houd je goed vast

In de basis niet echt moeilijk, maar doordat we allemaal zijn opgegroeid met de NIET-zinnen moeten we echt heel erg oefenen om te zeggen wat we willen dat ze doen. Dus als je kind de rozijntjes op de grond gooit, zeg dan “Ik wil dat je de rozijntjes in het bakje laat zitten” ipv “Geen rozijntjes op de grond gooien.” Nogmaals in de basis is het heel simpel.

Ik hoop dat dit artikel ouders en opvoeders zal helpen om minder frustratie, boosheid en strijd te ervaren. En dat kinderen minder verward zullen zijn en sneller zullen weten wat van hen verwacht wordt.

In een volgend artikel geef ik inzicht in nog twee ‘onhandige manieren’ van communiceren en vertel ik uitgebreider hoe we ‘handiger’ kunnen communiceren.

 

Kinderen – Lockdown – Concentratie

Nu we (bijna) allemaal thuis werken en onze kinderen thuis naar school gaan, wil ik graag wat oorzaken van concentratiegebrek met jullie delen en een aantal tips geven om kinderen te helpen met hun concentratie.

Oorzaken concentratiegebrek

Je hebt het vast wel gemerkt dat kinderen die iets doen waar ze zin in hebben (spelen met favoriet speelgoed, een computerspelletje, het maken van een knikkerbaan en dergelijke) dit veel langer volhouden dan speelgoed opruimen of huiswerk maken. Met andere woorden als een kinderen gemotiveerd zijn om iets te doen, is hun concentratie veel hoger en duurt langer dan wanneer ze niet gemotiveerd zijn om iets te doen.

Naast motivatie heeft leeftijd ook een grote invloed op de tijdsduur van de concentratie van een kind. Een kind van een jaar of 6 kan zich gemiddeld 10 minuten concentreren, een kind van 10 jaar oud rond de 20 minuten en is het kind 13 jaar oud dan kan het zich ongeveer een half uur achter elkaar goed concentreren. Uiteraard zijn dit gemiddelden en kan het voor je eigen kind anders zijn, maar het is wel handig om dit in gedachten te houden. Handig omdat je vanaf nu qua verwachtingen misschien wat realistischer zult zijn en handig omdat je hier vanaf nu in je verzoeken/opdrachten aan je kind rekening mee kunt houden.

Naast motivatie en leeftijd hebben vermoeidheid, problemen thuis of op school, verliefdheid, vooruitzicht van feesten/verjaardagen, emoties zoals boosheid, verdriet en dergelijke natuurlijk ook invloed op de concentratie van kinderen.

Hoe kun je de concentratie bij je kind verbeteren?

  • Zoals hierboven al genoemd kunnen er allerlei dingen zijn die de concentratie van je kind beïnvloeden. Ga dus zoeken naar de oorzaak. Waarom is je kind zo snel afgeleid? Zijn het bepaalde gedachten die hem/haar afleiden, is je kind erg moe of zijn het externe oorzaken, zoals bepaalde geluiden of activiteiten die eraan komen?
  • Bedenk samen met je kind hoe hij/zij voor afwisseling kan zorgen in de dingen die hij/zij wil of moet doen. Let hierbij op de tijdsduur van de activiteiten. Laat een kind van 6 jaar niet langer dan 10 minuten aan één taak werken. Van een kind van 13 mag je wel een langere tijd verwachten (maximaal ongeveer een half uur). Wissel de ‘leuke’ en minder leuke activiteiten met elkaar af, zodat het afwisselend makkelijker is om zich te concentreren (en dus met regelmaat successen kunnen worden ervaren).
  • Plan ook beweging in tussen de verschillende activiteiten. Of eigenlijk: zorg dat ‘bewegen’ ook een taakje/activiteit wordt. Dit hoeft niet meteen een hele grote of zware beweging te zijn, je kunt ook een stressballetje, een rubix cube of een ‘spinner’ klaarleggen voor tussendoor. Of een balletje om van de ene naar de andere hand te gooien of om mee tegen de muur te kaatsen, een (geïmproviseerde) hinkelbaan of even naar boven (of juist beneden) lopen om iets te pakken’
  • Geheugenspelletjes zijn ook heel goed om de concentratie van een kind te verbeteren. Dus speel af en toe memory, laat raadsels oplossen of doe een kwartetspelletje met ze.
  • Vaak helpt het kinderen ook om grotere opdrachten in kleinere taken op te delen. Dus geef niet de opdracht om hun kamer op te ruimen, maar zeg heel precies wat je wilt dat ze opruimen. Bijvoorbeeld “doe alle lego in de bakken.” En later vraag je ze om alle boeken op te ruimen. Op die manier duurt het opruimen niet heel erg lang, is het overzichtelijk en ziet het kind ook snel resultaat (succes-ervaring).
  • Soms helpt het ook als je met een timer of stopwatch Je kunt er dan een spelletje van maken door te kijken hoe snel de taak gedaan kan worden. Of voor sommige kinderen is het juist fijn om de structuur, het inzicht te hebben dat iets in tijd is afgebakend.
  • En last but not least: geef je kind complimenten als het hard heeft gewerkt, als het de tijd die was afgesproken ook echt geconcentreerd bezig is geweest, als zich mooi aan het bedachte plan heeft gehouden, etc. In een ander artikel zal ik dieper ingaan op het geven van complimenten, want lang niet alle complimenten die we geven komen ‘aan’ bij de ontvanger.

Ik hoop dat deze tips en inzichten irritatie, verdriet of stress in huis kunnen helpen voorkomen, zeker tijdens deze lockdown. Het zou fijn zijn als je me dat hier ook laat weten. Daar leren we allemaal ook weer van als mens en als ouder. Alvast bedankt!

Groeten, Hiske

”Ik wil niet” (deel 1)

Dit waren de enige woorden die ik kon horen op het moment dat ik langs een gezin liep in het bos. Van tevoren had ik (al van verre) een huilend en/of boos kind gehoord en ik vroeg me toen af of mijn wandeling me langs dit kind zou leiden.

Vorige week had ik behoefte aan frisse lucht, beweging en rust. Dus heb ik mijn wandelsokken en -schoenen aangetrokken en ben naar het bos gegaan. Hoewel ik zeker niet de enige persoon in het bos was, was het heerlijk rustig, zodat mijn hersenen de rust en mijn lichaam de beweging en frisse lucht konden krijgen die ik nodig had. Aan het einde van mijn wandeling hoorde ik op een gegeven moment een kind huilen/boos zijn. Ik had geen idee waar dit kind was en waarom het zo aan het huilen en schreeuwen was, maar ik vroeg me meteen af wat er aan de hand zou zijn.

Na een minuut of vijf draaide ik het paadje in waar het kind (een meisje) en haar ouders stonden. Iets verder op het pad liep een vrouw met twee jongens en een hond. Het meisje en haar ouders stonden aan de rand van het pad. Vader zat geknield voor het meisje en moeder was over het kind heen gebogen. Toen ik op gelijke hoogte was met het gezin, hoorde ik het meisje huilend zeggen “ik wil niet”. De vader of moeder reageerde hierop, maar ik heb niet gehoord wat er gezegd werd en niet gezien of gehoord hoe hier vervolgens weer op werd gereageerd.

Sinds ik als leerkracht en kindercoach actief ben, merk ik dat ik kinderen en ouders/opvoeders heel graag wil helpen wanneer ik dit soort situaties zie of hoor Zo ook in dit geval. Natuurlijk ben ik gewoon doorgelopen en heb ik geen gehoor gegeven aan deze behoefte in mijzelf. Maar het blijft me dan toch bezighouden en daarom schrijf ik nu dit artikel.

In mijn hoofd gebeuren er allerlei dingen op zo’n moment: Ik stel mezelf vragen zoals: Wat is er gebeurd? Wat is er gezegd? Wat is er gedaan? Is het kind boos, verdrietig of bang? Zou het te maken hebben met die hond en/of die mensen die ik net zag? Of wilde dit meisje niet naar huis? Of juist niet verder wandelen? Hoe voelen de ouders/opvoeders zich nu hun dochter overduidelijk niet wil wat zij graag willen? Zal ik vragen of ik iets voor ze kan doen? Zal ik ze laten weten dat ik weet hoe moeilijk dit soort momenten zijn en ze een hart onder de riem steken?

Uiteindelijk besluit ik negen van de tien keer om niets te zeggen of te doen, hooguit een vriendelijke glimlach en een “Hallo/Goedemorgen” of iets dergelijks. Deze keer heb ik zelfs dat niet gedaan, omdat ik geen oogcontact had met de ouders. Maar wat wel altijd hetzelfde is, is het feit dat ik me het uur daarna altijd afvraag hoe ik ze zou kunnen helpen als ze bij mij in de praktijk zouden komen met deze situatie als hulpvraag.

Wat deze ouders in het bos hebben gedacht, gezegd en gedaan weet ik niet, maar in mijn volgende artikel zal ik een aantal tips, adviezen en inzichten geven die elke ouder en opvoeder kan helpen in soortgelijke situaties als vandaag in het bos. Dus: Wordt vervolgd

Zoek de onderliggende behoefte

Leer (probeer) de behoefte te vinden achter de dingen die iemand (ook jijzelf!) zegt en/of doet. Op die manier kun je namelijk veel makkelijker andere ‘acties’ bedenken om aan die behoefte te voldoen. En wordt iedereen gelukkiger.

Hoe mooi zou het zijn als we allemaal open en eerlijk zouden vertellen wat er in ons leeft.  Geen kritiek geven op elkaar. Niemand beschuldigen. Niemand het gevoel geven dat er iets niet in orde is met hem of haar. Hoe mooi zou het zijn als we gewoon vertellen wat ons zou helpen om het leven mooier te maken, waar we behoefte aan hebben. Verwoord deze behoefte vervolgens niet als een eis, maar gewoon als een verzoek.

Onthoud vooral het woord BEHOEFTE, want dat is iets waar wij mensen in mijn ogen te weinig aandacht aan besteden. Terwijl eigenlijk al ons handelen voortkomt uit een bepaalde behoefte. De behoefte aan lucht, water, voedsel. Maar we hebben zeker ook behoefte aan begrip, steun, vriendschap, mededogen, ertoe doen, vreugde/humor, etc. We hebben deze behoeften niet in dezelfde mate, maar we hebben ze wel allemaal.

Waarin we verschillen, is de manier waarop iemand zijn of haar behoeften probeert te vervullen. De ene persoon zal iets heel anders doen of vragen om begrip of harmonie te krijgen dan een ander. De behoefte is dan hetzelfde maar ‘de weg ernaartoe’ is een andere. Daar is in principe niets mis mee, zolang zijzelf en hun omgeving geen nadelige gevolgen ervaren. Het komt regelmatig voor dat de (directe) omgeving niet helemaal blij is met de manier waarop iemand zijn of haar behoefte vervult. Op zo’n moment is het heel goed om het gesprek aan te gaan om de specifieke behoefte te achterhalen en je niet te richten op het gedrag of de woorden die zichtbaar zijn.

Een voorbeeld

Een man en een vrouw komen laat thuis van hun werk, allebei moe. De vrouw zegt dat ze graag een makkelijke maaltijd wil halen bij de supermarkt en lekker samen op de bank wil zitten eten en samen een film wil kijken. De man zegt dat hij uit eten wil met zijn vrouw. Geen van beide heeft zin in het voorstel van de ander en de een probeert de ander over te halen om voor zijn/haar idee te gaan. Daar komen ze niet uit. Na een poosje spreken ze ieder hun behoefte uit, dus niet het plan/de actie voor het eten, maar waar ze behoefte aan hebben na een lange werkdag. En wat blijkt? Ze hebben allebei behoefte aan ‘niet hoeven koken’ en gewoon fijn samenzijn. Wat hebben ze uiteindelijk gedaan? Ze hebben makkelijk eten in de supermarkt gekocht en zijn in een park gaan picknicken. Eindresultaat: Een hele andere invulling dan ze zelf voor ogen hadden, maar wel twee hele gelukkige mensen van wie de behoeften zijn vervuld.

Ik wens iedereen succes met het vinden van de onderliggende behoefte!