Heb je vandaag al een compliment gegeven?

Vandaag, op Nationale Complimentendag, wil ik jullie graag iets meegeven over het geven van complimenten. Velen van ons geven ongetwijfeld al lang en regelmatig complimenten aan anderen, maar ik weet (uit eigen ervaring en van verschillende cursussen) dat het geven van een ‘goed’ compliment toch nog niet zo eenvoudig is als we denken. Met ‘goed’’ bedoel ik een compliment dat daadwerkelijk binnenkomt, dat resoneert bij de persoon die gecomplimenteerd wordt. Hij of zij ervaart bij zo’n compliment ook een positief gevoel. Dat bedoel ik met een ‘goed’ compliment.

Wat maakt een compliment een ‘goed’ compliment?

Als je heel specifiek en concreet aangeeft wat je waardeert of bewondert en vertelt wat het positieve effect is voor jou, de omgeving of de persoon zelf, zal je compliment het meeste effect scoren. Door te benoemen wat je speciaal en fijn vindt aan het positieve gedrag, zal de ontvanger van het compliment zich bewuster zijn van het positieve effect en de positieve gevolgen van zijn/haar gedrag.

Ook is het belangrijk om het compliment individueel en persoonlijk te maken, waarbij je het gedrag benoemt en complimenteert en niet zozeer de persoon als geheel. Dus niet “Jij bent goed” maar juist “Jij hebt …  goed gedaan”.

Richt je in het compliment vooral op de inzet, het proces, de ontwikkeling van het kind. Het eindresultaat is van minder belang. Ook is het goed om complimenten te geven op momenten dat dingen niet zijn gelukt, maar het kind bijvoorbeeld wel heeft doorgezet.

Vaak vergelijken we kinderen met andere kinderen. Het is echter verstandiger om het kind met zijn/haar eigen prestaties te vergelijken. Dus benoemen wat het nu wel kan of beter kan dan eerder. Daardoor ziet het kind dat het groeit en dat is een enorme stimulans om door te gaan.

Uiteraard werkt een compliment alleen maar als het oprecht en welgemeend is, dus vanuit je hart gegeven wordt. Ook is het beter om een realistisch compliment te geven en iets wat goed, knap of mooi is niet enorm aan te dikken en erg te overdrijven, In eerste instantie lijkt dit misschien positief, maar uiteindelijk zal de ontvanger van het compliment gaan twijfelen aan de oprechtheid en waarheid van het compliment.

Hoe geef je een compliment het beste?

Het allerbelangrijkste is dat je echt contact hebt met de persoon die je gaat complimenteren. Dus loop naar hem/haar toe, ga eventueel op gelijke hoogte zitten en zorg voor oogcontact. Begin je compliment met “Ik …..” en benoem dan het gedrag of de actie van de ander waar jij blij van wordt, waardering voor hebt. Geef duidelijk aan wat dit gedrag/actie is en wat je daar zo fijn aan vindt (wat het voor jou betekent dat deze persoon dit deed/doet). Vaak zorgt een voorbeeld voor meer duidelijkheid.

Bovenstaande stappen zet je vooral als je zelf heel bewust je kind een compliment wil geven. Er zijn echter ook heel wat momenten waarop je zoon of dochter je min of meer vraagt om een compliment. Door je iets te laten zien dat ze hebben gemaakt of door te vertellen over iets wat ze hebben gedaan. Op zo’n moment is het van belang dat je meer doet dan een algemeen compliment geven. Geef dan een compliment over iets specifieks van die tekening, dat bouwwerk, die actie. Bijvoorbeeld ”Wat heb je die poes mooi ingekleurd” of “wat heb jij een vrolijke en kleurrijke tekening gemaakt”. Of als je kind voor het eerst alleen van de glijbaan is afgekomen, kun je zeggen “Wat stoer dat je helemaal alleen van de glijbaan bent gegaan zeg!”

Het Complimentenspel

Vorig jaar ben ik een heel leuk kaartspel tegengekomen “Het ComplimentenSpel”. Dit spel bevat 80 verschillende soorten complimenten die gericht zijn op de vaardigheden en eigenschappen die kinderen ontwikkelen in hun jeugd. In mijn praktijk gebruik ik ze regelmatig om kinderen te laten groeien in hun eigenwaarde en om ze duidelijk te maken hoe fijn het is om een compliment te krijgen. In de thuissituatie kunnen deze kaarten ook goed gebruikt worden. Bij de kaarten zit een handleiding met allerlei spelideeën, maar je kunt ook heel gewoon een compliment op het kussen van je kind leggen voordat het naar bed gaat, of op zijn/haar bord voor het avondeten of je kunt een kaartje in een enveloppe stoppen en daadwerkelijk op de post doen naar je kind. Zeker in deze aparte tijden is het extra leuk om ‘echte’ post te ontvangen!

WOEDE-AANVALLEN, hoe ga jij ermee om?

Voor veel ouders zijn woede-aanvallen van hun kind een nachtmerrie. Omdat ze niet goed weten hoe ze erop moeten reageren, ze zich schamen voor de manier waarop hun kind de aandacht op het gezin vestigt, ze zelf heel geëmotioneerd raken, ze willen dat het zo snel mogelijk ophoudt, etc.

Om al deze ouders een steuntje in de rug te geven, volgen hieronder een aantal tips over omgaan met een woede-aanval van een kind.

Ga geen krachtmeting met ze aan.

Kinderen die in een heftige boosheid zitten, zullen of in VLUCHT- of in VECHT-modus gaan, Dit is een primaire reactie, die zonder (echt) nadenken wordt ingezet. Als jij de discussie aangaat of als je zelf ook boos reageert, zorg je er alleen maar voor dat je kind steeds bozer wordt. Wanneer niemand gewond raakt of er gevaarlijke situaties ontstaan tijdens de boosheid van je kind, is het beter om wat afstand te nemen (letterlijk) en te wachten tot hij/zij tot rust komt.

Probeer uit de (emotionele) situatie te stappen.

Reageer niet vanuit je eigen emotie, maar probeer uit de situatie te stappen (fysiek en/of mentaal). Als je blijft reageren op de situatie, zeker als je daarin je eigen emoties laat zien, zal de situatie steeds heftiger worden en uiteindelijk zelfs uit de hand lopen. Ook hier geldt: als er geen gevaarlijke situatie ontstaat, haal diep adem, loop weg en blijf rustig. Als dit moeilijk is voor je, zie het dan als een soort TIME-OUT voor jezelf waarin je je emoties weer onder controle kunt krijgen, zodat je later weer rustig kan praten met je kind. Jij hebt als ouder de taak om je kind het goede voorbeeld te geven, door je kind te laten zien hoe jij met heftige emoties en situaties omgaat.

Onthoud dat je kind nog veel te leren heeft.

Kinderen zijn gewoon kleine mensen die, net als wij, het recht hebben om van streek, teleurgesteld, ongelukkig of gewoon heel erg boos te zijn. Het is onze taak als ouders om ze op die momenten te leren hoe ze op een acceptabele manier deze gevoelens kunnen uiten. Dat moeten ze gewoon nog leren. Het is heel belangrijk om het onacceptabele gedrag te benoemen en niet de gevoelens die eronder liggen. Met ander woorden een kind mag heel boos zijn, hij/zij mag alleen niet van alles kapot slaan of mensen pijn doen, of enorm krijsen bijvoorbeeld. Het gedrag dat voortkomt uit de boosheid is onacceptabel, niet de boosheid zelf.

Probeer niet op je boze kind in te praten.

Boze mensen kunnen niet ‘goed’ nadenken, dus tegen ze praten heeft niet heel veel zin. De kans dat ze zullen begrijpen of überhaupt horen wat je zegt is klein. Daar komt nog bij dat we meestal proberen om de ander in te laten zien dat hij/zij het fout ziet en dat is meestal alleen maar olie op het vuur.

Voorkom dat jij in je boosheid overhaast reageert.

Wacht totdat jullie allebei tot rust zijn gekomen, voordat je beslissingen neemt of dingen noemt die voort zullen komen uit het gedrag. Vaak roepen we dat het kind nooit meer iets zal mogen of dat hij/zij altijd iets zal moeten doen als hij/zij doorgaat met dit gedrag. Maar meestal zijn dit gevolgen en beslissingen die je op een rustig moment nooit zou hebben gezegd en waar je ook eigenlijk niet aan wilt vasthouden zodra je afgekoeld bent. En dan zul je het dus terug moeten nemen, of aan moeten passen tijdens het gesprek dat je naderhand met je kind voert over wat er is gebeurd. Handiger is dus om niets te zeggen in boosheid, maar pas tijdens het gesprek achteraf te bepalen wat de gevolgen zullen zijn van het gedrag.

Wees consequent en standvastig mbt gevolg van gedrag.

Als je een beslissing hebt genomen over de gevolgen die voor je kind vastzitten aan het vertoonde gedrag, houdt daar dan aan vast. Laat je niet verleiden door het schuldgevoel of de spijtbetuiging van je kind, laat je niet beïnvloeden door je gevoel van medelijden richting je kind, maar houd vast aan de beslissing die je hebt genomen. Daarom is punt 5 ook zo belangrijk. Als jij je beslissing neemt terwijl je rustig bent en niet meer midden in de situatie zit, kun je een goed doordachte en passende beslissing nemen.

Verzin geen excuses voor het gedrag van je kind.

Natuurlijk kan het zijn dat er eerder iets is gebeurd waardoor het kind anders dan anders reageert. Het lievelingskonijn is de dag ervoor weggelopen, hij/zij heeft gisteren een slecht cijfer terug gekregen op school, de logeerpartij bij opa en oma kan dit weekeinde niet doorgaan en daarom is hij/zij nu van slag. Dus ach, zo erg is het ook weer niet dat hij/zij weigert om zijn schooltas op te ruimen. Zelfs zaken als gescheiden ouders, mentale of fysieke beperkingen moeten geen reden zijn om bepaald gedrag toch te accepteren. Onacceptabel gedrag is onacceptabel gedrag, ongeacht de omstandigheden, achtergrond of beperkingen van een kind. Als ouders kun je ervoor zorgen dat de leefomgeving past bij de mogelijkheden en onmogelijkheden van jouw kind. Maar ook dan kun je hem/haar gewoon duidelijk maken welk gedrag wel en welke gedrag niet mag in jouw ogen.

Zorg dat je de roep om hulp van je kind ziet en erkent.

Kinderen die heel vaak boos zijn, hebben meestal behoefte aan acceptatie en vaardigheden om met anderen om te gaan en om problemen op te lossen. Dat gebrek aan vaardigheden is meestal de reden waarom ze zo boos reageren. Feitelijk is hun boosheid een noodkreet “HELP MIJ!” Negeer deze noodkreet alsjeblieft niet! Probeer te achterhalen wat je kind nodig heeft, wat de boosheid heeft veroorzaakt. Dat is veel belangrijker dan uitzoeken hoe je kind een volgende keer beter kan reageren. Natuurlijk is dat laatste ook belangrijk, maar als je de oorzaak van de boosheid niet achterhaalt en die vervolgens oplost, zal je kind keer op keer zo boos worden in soortgelijke situaties omdat hij/zij niet heeft geleerd hoe hij ermee om moet gaan.

Onthoud wat je graag voor je kind wenst.

De meeste ouders willen dat hun kinderen verantwoordelijke, zelfverzekerde en emotioneel stabiele volwassenen worden. Maar dit kunnen ze niet worden zonder onze hulp. Wij zijn degenen die hen moeten leren om te gaan met moeilijke situaties, andere mensen, andere meningen, teleurstellingen, tegenslagen etc. Dit kunnen we op allerlei manieren doen, door gevolgen te koppelen aan onacceptabel gedrag, maar zeker ook door gesprekken te voeren over de dingen waar ze moeite mee hebben en samen oplossingen te bedenken. Op die manier leren onze kinderen om dit in de toekomst zelf te doen, zonder onze hulp en dat is toch wat we uiteindelijk wensen voor onze kinderen?

Ga het gesprek over oplossingen pas aan NA de woedeaanval.

Als het kind weer rustig is, kun je pas gaan werken aan een oplossing voor de boosheid. Je kunt zo’n gesprek als volgt beginnen: “Je was echt heel boos daarnet. Kan je me vertellen wat je zo boos maakte?” Waarna je het kind uitgebreid laat vertellen. Als je kind is uitgepraat kun je vragen  of hij/zij misschien iets anders had kunnen doen dan (datgene wat hij/zij heeft gedaan). Komt hij/zij niet met ideeën, dan kun jij een aantal dingen noemen die voor jou acceptabel zijn voor je kind om te doen. Vraag je zoon of dochter vervolgens om uit deze lijst van dingen een aantal te kiezen die goed voelen voor hem/haar. Kinderen (mensen) hebben namelijk allemaal behoefte aan autonomie, oftewel we willen heel graag invloed hebben op wat we mogen en kunnen doen. Als jullie samen tot een plan komen voor de volgende keer, zorg er dan voor dat je je kind helpt herinneren aan deze afspraak. Hopelijk kun je dat doen tijdens een volgend boos moment, maar als dat niet lukt, dan zeker tijdens het gesprek achteraf. Heeft je kind precies gedaan wat jullie hadden afgesproken, geef hem/haar hier dan heel duidelijk een compliment voor. Daardoor zal je kind zich (nog) beter voelen en is de kans dat hij/zij het de volgende keer ook weer zo doet des te groter.

Mam, ik verveel me zo!!!

Je zoon die klaagt dat hij zich verveelt, wie kent het niet als ouder. Ik vond dit altijd moeilijke momenten, want “er is toch meer dan genoeg speelgoed om mee te spelen of andere dingen om te doen?” Meestal noemde ik allerlei dingen op die ze in mijn ogen konden gaan doen, maar elke keer was het “nee, geen zin in.” Andere keren zei ik dat het helemaal niet verkeerd is om je te vervelen en even gewoon niets te doen. Soms ontplofte ik wel eens en liep daarna boos weg.

Eigenlijk was ik met geen van deze reacties van mezelf tevreden en dus ging ik op zoek naar tips en informatie over wat je als ouder in zo’n geval kon doen. Die inzichten en tips wil ik graag met jullie delen. Pak eruit wat goed voelt voor jou en waarvan je verwacht dat het bij jou en je kind kan werken. Misschien zit er zo op het eerste gezicht niets bij dat je aanspreekt, maar bedenk dan dat je er natuurlijk altijd je eigen ‘draai’ aan kunt geven of een aantal dingen kunt combineren. Ik hoop gewoon dat deze ideeën je kunnen helpen op de momenten dat jij het moeilijk hebt met je dochter die zegt “Ik verveel me zo!!”

  • Ga als eerste na hoe lang het geleden is dat je ‘echt’ contact had met je zoon om uit te sluiten of je zoon misschien juist nu om aandacht en verbinding vraagt (indirect). In dat geval is de oplossing waarschijnlijk simpel: neem 10 tot 15 minuten de tijd om echt contact te hebben met je kind, 1 op 1 zonder afleiding. Dat kan door een gesprek te voeren, een spelletje te doen, even samen gek te doen, samen iets actiefs te doen, of iets anders dat past bij jullie tweetjes. Geef achteraf even aan dat je er zelf erg van hebt genoten. Dat maakt de tijd nog specialer voor je zoon of dochter.
  • Als je kort geleden nog ‘echt’ contact hebt gehad, zou het ook kunnen zijn dat je dochter eigenlijk behoefte heeft om meer zelf te beslissen wat zij kan en mag. Dat lijkt gek als ze bij jou komt met de opmerking “ik verveel me zo”, maar het kan zijn dat ze eigenlijk alleen behoefte heeft aan een klein duwtje in de richting van ‘los komen van papa en mama en zelf beslissen’. Dus kijk eens wat er gebeurt als jij zegt “Ik weet zeker dat jij zelf heel goed iets kunt bedenken wat je nu zou kunnen gaan doen. Maak maar eens een lijstje van alle dingen die je altijd graag doet. Als dat af is, weet ik zeker dat er iets tussen staat wat je nu kunt gaan doen.” Hierdoor is je dochter meteen ergens mee bezig met als extra voordeel dat hij een lijst heeft om een volgende keer uit te kiezen.
  • Een andere oorzaak van verveling kan ook zijn dat je dochter vermoeid is. Door te weinig slaap en/of rustmomenten kunnen kinderen niet meer in staat zijn om ergens zin in te hebben en de concentratie te houden om iets te doen. Zelfs als ze iets kiezen om te doen, stoppen ze er na een paar minuten alweer mee, omdat ze door moeheid hun aandacht en interesse niet bij de activiteit kunnen houden. Zodra je zoon meer rust en slaap krijgt, zal hij zich minder vaak vervelen, maar ook de momenten waarop concentratie nodig is, zullen beter worden.
  • Misschien heeft je dochter onvoldoende opties die bij haar leeftijd passen. Als het speelgoed, de spelletjes, de boeken, films of andere dingen die in huis zijn om te doen niet (meer) voldoende uitdaging geven of niet meer interessant zijn voor je zoon, dan is de kans groot dat hij zich gaat vervelen. Check dus af en toe of je dochter nog voldoende bij haar passende keuzes heeft om te lezen, spelen, maken, uitproberen, doen. Passend bij de leeftijd, interesses, talenten, behoefte aan uitdaging van je zoon of dochter.
  • Pas op dat je op momenten dat je zoon aangeeft zich te vervelen niet altijd degene bent die meteen iets met hem gaat doen. Wordt dus niet zelf de oplossing van het ‘ik verveel me – probleem’, want hier doe je je dochter uiteindelijk geen plezier mee. Jij bent niet de “bron van vertier” van je kind, jij bent de opvoeder van je kind.
  • Ergens op internet ben ik nog een leuke tip tegengekomen: Maak samen met het hele gezin een lijst met Vervelingsoppeppers. Bedenk allerlei dingen die jullie samen of individueel kunnen doen op momenten dat iemand zich verveelt. Je zou deze lijst op kunnen hangen in de keuken of je zou alle bedachte activiteiten op losse briefjes kunnen schrijven en in een leuke pot of blik kunnen stoppen “De Anti Verveel Pot” bijvoorbeeld. Degene die zich verveelt, kan dan een briefje uit de pot trekken en die activiteit gaan doen. Je zou er ook nog “De Klusjes in Huis Pot” aan toe kunnen voegen. Zorg in beide gevallen wel dat jullie samen als gezin alle activiteiten bedenken. Op die manier heb je een leuke gezinsactiviteit en zijn alle bedachte activiteiten ‘goedgekeurd’ door iedereen.
  • Laatste tip die ik je wil geven is: laat je zoon zich lekker vervelen. Als een mens zich verveelt komen de hersenen namelijk tot rust en komt er ruimte om te denken. Dus ook om te bedenken wat hij zou kunnen gaan doen. Je kunt je dochter stimuleren door te zeggen “ik weet dat je je nu verveelt en dat is geen fijn gevoel. Maar ik ben ervan overtuigd dat je creatief genoeg bent om iets leuks te bedenken dat je kunt gaan doen.”

OPMERKING: Ik wissel ‘zoon + hij’ en  ‘dochter +zij’ altijd af in een tekst, omdat ik vind dat ‘zoon/dochter + hij/zij’ niet prettig leest.  

Welke emotie laat jij zien?

Doordat we primaire en secundaire emoties hebben, laten we niet altijd onze ‘echte’ emotie zien aan de buitenwereld, met alle gevolgen van dien. Is een moeder die een half uur lang haar 3 jarige zoontje ‘kwijt’ is echt boos op het kind? Nee, zij is heel erg bang geweest en uit deze angst door heel boos te reageren op het kind zodra het weer terug is. Is de vader boos op zijn dochter omdat ze zonder uit te kijken de straat overstak? Nee, hij was heel bang dat ze aangereden zou worden, maar staat wel boos tegen haar te schreeuwen dat ze “toch weet dat ze niet zo maar de straat op moet rennen!!”

Onze primaire emoties zijn de eerste dingen die we voelen in een bepaalde (vaak heftige) situatie.  Het zijn instinctieve reacties op iets wat er in de buitenwereld gebeurt. Ze komen onbewust en plotseling op, maar zakken vaak ook weer snel weg. Meestal zijn het de basisemoties BOOS, BANG, BEDROEFD of BLIJ. Op deze primaire emotie hebben wij geen invloed, deze overkomt ons.

Na deze eerste, instinctieve emotie, volgt meestal een tweede, secundaire emotie. Dit is heel vaak de emotie die we in onze actie aan de buitenwereld laten zien. Dit gevoel is niet instinctief, maar wordt gevormd door onze gedachten, herinneringen en/of eerdere ervaringen met een soortgelijke situatie. Deze emotie is bewuster en blijft ook veel langer in ons hoofd en lijf zitten. Doordat hij bewuster is, kunnen we deze emotie echter wel beïnvloeden. We kunnen bewust andere dingen denken en doen, waardoor automatisch ons gevoel ook verandert en we ook anders gaan reageren.

Het is wel verstandig om bij dit bewust beïnvloeden ook naar die eerste, primaire emotie te kijken. Vooral omdat het voor meer begrip zal zorgen, bij jezelf maar ook bij de ander. Een kind waar boos tegen geschreeuwd wordt, zal dit beter kunnen begrijpen als hij/zij weet dat de ander in eerste instantie gewoon heel bang en bezorgd was. Maar ook jijzelf zult wat ‘vergevingsgezinder’ naar jezelf kunnen zijn als je erkent dat je reactie in de basis voortkwam uit angst en bezorgdheid.

Niet alleen de volwassenen hebben eerst een primaire emotie en daarna gedachten, ervaringen, herinneringen die een secundaire emotie oproepen, die vervolgens zorgt voor onze actie/reactie. Ook bij kinderen werkt dit zo. Conclusie: doordat we allemaal vanuit onze secundaire emotie reageren, die te beïnvloeden is, is het extra belangrijk om hier aandacht aan te besteden. Je zult elkaars reacties dan beter begrijpen en beter in kunnen spelen op wat je kind (of jij) op dat moment nodig heeft (hebt). Met als eindresultaat meer begrip voor elkaar en meer verbinding met elkaar.

In een volgend artikel zal ik meer aandacht besteden aan de ‘triggers’ die ervoor zorgen dat je vanuit die secundaire emotie reageert. Hoe je je hiervan bewust kunt worden en hoe je deze emotie en de daaropvolgende reactie kunt beïnvloeden.

PS: Voor de volledigheid wil ik nog even vermelden dat er ook situaties zijn waarin we puur en alleen vanuit onze primaire emotie reageren. In situaties die levensbedreigend zijn (of zo aanvoelen), zullen we allemaal primair reageren. Met de welbekende Freeze, Flight or Fight (Bevriezen, Vluchten of Vechten) reactie. Maar bij alle niet levensbedreigende situaties wordt onze reactie bepaald door onze secundaire emotie.

Plak jij etiketten of zie je kwaliteiten?

Wat ik hiermee bedoel is dat er in onze samenleving vaak etiketten worden geplakt en dat er daarna niet meer verder wordt gekeken. Wanneer wij ons heel  erg ergeren aan bepaalde acties van iemand, plakken we vaak een etiket op deze persoon. Zo noemen we iemand bijvoorbeeld een DRIFTKOP of een BETWETER, wanneer we zijn/haar gedrag irritant of onacceptabel vinden.

Terwijl er ook situaties te bedenken zijn waarin het juist heel fijn is om bijvoorbeeld een BETWETER in de groep te hebben. Wanneer het brandalarm afgaat en er veel rook en een sterke brandlucht is op school, is het juist heel fijn dat “BETWETER MARIEKE” meteen het voortouw neemt en iedereen vertelt dat zij weet hoe je het snelste naar buiten kunt komen.

Dus in de ene context (een normale dag op school) vinden kinderen Marieke een vervelende BETWETER en OPSCHEPPER als ze steeds het als eerste het antwoord wil geven, maar in de andere context (brand op school) zijn ze juist heel blij met betweterige en opschepperige Marieke. De kwaliteiten die Marieke ALTIJD heeft, zijn de ene keer dus heel fijn en de andere keer heel vervelend in de beleving van anderen.

Als we onze kinderen leren om op deze ‘ruimere’ manier naar elkaar te kijken, zullen er minder irritaties en ruzies zijn en zullen minder kinderen ongelukkig worden, omdat ze geen etiket meer opgeplakt krijgen. Ook zullen kinderen hun eigen karaktereigenschappen beter kunnen accepteren, omdat ze in gaan zien dat elke eigenschap (elk etiket) kwaliteiten heeft, je moet ze alleen wel willen en kunnen zien.

MOOI HULPMATERIAAL

Om te oefenen met dit ‘ruimere kijken’ heb ik hele mooie kaarten gevonden van Helen Purperhart. De officiële naam van de kaarten is Kindercoaching Kaarten, Spelen met etiketten en kwaliteiten. Persoonlijk vind ik het een hele leuke en fijne manier om kinderen te leren om de kwaliteiten te zien onder de verschillende ‘etiketten’. Uiteraard zijn sommige etiketten best positief, Wijsneus, Bezig Bijtje, Goedzak, Grapjas, maar ze worden alleen geplakt als er een mate van irritatie is bij de andere partij. Dus in de basis zal niemand blij zijn met zo’n etiket. Behalve wanneer zoveel mogelijk kinderen en volwassenen inzien dat er onder elk etiket ook kwaliteiten zitten.

En daarbij kunnen de kaarten van Helen Purperhart heel goed helpen. Door te onderzoeken waar het etiket mee te maken heeft en wat de impact is van het gedrag dat het kind vertoont, gaat het zien of het met dit gedrag wel het gewenste resultaat bereikt. Daarnaast krijgt het kind zicht op zijn/haar kwaliteiten en krijgt het dankzij de tips en vragen op het kaartje de mogelijkheid om nieuwe kwaliteiten te ontwikkelen.

EEN PAAR VOORBEELDEN

Een LOPMPERIK reageert wel bot, maar laat daarmee wel eerlijkheid en lef zien door zijn waarheid te vertellen (kwaliteiten). Een STIJFKOP, die blijft vasthouden aan zijn mening, laat volharding en eigenwijsheid zien als hij ergens in gelooft. Een BAASSPELER is heel doelgericht bezig als hij een situatie controleert. Hij zet verantwoordelijkheid en enthousiasme in als hij de leiding neemt.

Behalve inzicht in de kwaliteiten die schuil gaan achter de verschillende etiketten, geeft Helen Purperhart ook tips aan de ‘etiketkrijger’ hoe hij/zij de irritatie bij de ander zou kunnen voorkomen. De ‘etiketgever’ krijgt tips om anders om te gaan met de kwaliteit en de vraag of hij/zij wat van deze kwaliteit zou kunnen overnemen.

De LOMPERIK krijgt bijvoorbeeld de tip: “Maak voorzichtig je mening kenbaar. Zeg iets vriendelijks tegen de ander.” Degene die iemand lomperik noemt, krijgt de tip: “Geef aan dat je naast zijn directheid ook vriendelijkheid op prijs stelt. Durf jij direct te zijn?” De BAASSPELER krijgt de tip “Houd rekening met anderen en overleg wat je wilt doen. Werk samen en houd je aan afspraken.” Degene die het etiket heeft geplakt krijgt de tip: “Kom voor jezelf of en geef aan hoe jij graag wilt dat het gaat. Wanneer neem jij de leiding?”

DE TOEKOMST

Wat zou het mooi zijn als steeds meer mensen (volwassenen en kinderen) achter irritant gedrag een mooie kwaliteit kunnen zien. Hoewel ik moet toegeven dat het best moeilijk is om altijd een kwaliteit te herkennen. Heb jij last van bepaald steeds terugkerend irritant gedrag en lukt het niet om hier een kwaliteit in te zien/vinden? De kaarten van Helen Purperhart kunnen je misschien helpen of neem contact met mij op, ik denk graag met je mee.

Ruzie in huis, word jij er ook zo gek van?

Zeker in deze tijd van lockdown is het extra vervelend als er regelmatig ruzie is in huis. Daarom wil ik wat inzichten en tips met jullie delen, zodat het negatieve of soms zelfs machteloze gevoel dat ruzies kunnen oproepen minder zal worden.

We willen geen ruzie in huis, toch?

Ruzie wordt meestal als heel vervelend en als iets negatiefs ervaren, maar ruzie hebben kan heel leerzaam zijn en is juist heel belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Kinderen hebben namelijk nog niet de vaardigheden om met conflicten om te gaan en het is dus aan ons om ze te leren op een fijne manier om te gaan met anderen. Wij kunnen ze leren dat het beter werkt om iets netjes te vragen dan om iets af te pakken en snel weg te rennen. Wij kunnen ze leren dat je zeker voor jezelf op moet komen, maar dat dit op verschillende manieren kan. Ruzies tussen broertjes en zusjes onderling zijn fantastische momenten om ze deze dingen te leren, dus we moeten juist blij zijn als er ruzie is in huis.

Blij zijn met ruzie in huis?

Blij omdat thuis een veilige plek is voor kinderen om ruzie te maken, want broers, zussen, vaders en moeders blijven hoe dan ook bij als er onenigheid is, iets wat je met vrienden helaas niet zo zeker weet. Dus wat is er fijner dan in deze veilige omgeving dingen te leren en uit te proberen zoals onderhandelen en voor jezelf opkomen. Je kunt in de thuissituatie makkelijker verschillende strategieën uitproberen en leren hoe je je emoties kunt uiten, zodat je in latere ruzies/onenigheden weet wat wel en wat niet werkt.

Omgaan met ruzie in het gezin

Wees als ouder(s) dus niet wanhopig als je kinderen ruzie maken. Grijp ook niet te snel in. Kijk eens of en hoe ze onderhandelen, voor zichzelf opkomen, duidelijk maken wat ze willen en wel of geen rekening houden met elkaar. Uiteraard moet je wel ingrijpen als er gevaarlijke situaties ontstaan, maar anders is mijn advies echt: “Laat het gebeuren en let goed op wie wat doet en zegt.”

Door (te) snel in te grijpen krijgen kinderen niet de kans om te leren om met tegengestelde behoeften of belangen om te gaan. Behoefte aan aandacht of het hebben van een bepaald stuk speelgoed, het als eerste willen beginnen, het willen bepalen wat ze gaan doen. Allemaal mogelijke oorzaken van onenigheid en ruzie. Als jij je er als ouder meteen mee gaat bemoeien, zul je zien dat de kinderen allebei zullen proberen om je te overtuigen dat de ander begon, dat de ander altijd iets doet (of juist niet), dat het de schuld van de ander is. Ze verwachten vervolgens dat jij ‘een kant kiest’ en de ruzie oplost, maar als je dat doet, is de kans heel groot dat er minimaal 1 partij ontevreden zal zijn. Dus waarom leer je ze niet om het zelf op te lossen?

Hoe kunnen ze dit leren?

Doordat jij als ouder het goede voorbeeld geeft en ze helpt bij het proces (zonder ingrijpen en oplossen).

  • Laat beide kinderen na elkaar (en zonder dat de ander mag onderbreken) rustig vertellen wat er is gebeurd, wat zijn/haar standpunt is.
  • Geef daarna begrip voor beide standpunten en
  • vertel dat je ervan uitgaat dat ze er samen uit kunnen komen.
  • Vraag aan ieder van hen wat volgens hem/haar een oplossing kan zijn, waarbij ze elkaar weer niet mogen onderbreken
  • Vervolgens gaan ze samen besluiten welke oplossing voor hen beide acceptabel is en die gaan ze dan uitvoeren.

Door ze echt naar elkaar te laten luisteren, komen ze erachter wat de ander nou precies wil en waarom en kunnen ze (eventueel door te onderhandelen) tot een oplossing komen die voor allebei goed voelt. Door op deze manier zelf tot een oplossing en dus tot een einde van de ruzie komen, is er meer rust voor jou als ouder en zullen de ruzies in huis ook minder heftig zijn.

Onze communicatie is vaak niet handig (deel 2)

In het artikel dat ik op 23 januari heb geplaatst schreef ik dat wij het onze kinderen regelmatig onnodig moeilijk maken om te reageren op onze (onhandige) communicatie. We vertellen onze kinderen namelijk meestal wat ze NIET moeten doen in plaats van wat we WEL willen dat ze doen.

Hierdoor vragen we minimaal twee acties van de hersenen van het kind: het maken van het beeld van wat we NIET willen dat het kind doet EN bedenken wat ze dan WEL moeten doen. Ik heb aan het einde van het artikel beloofd dat ik nog twee onhandige manieren van communiceren zou geven en ook uitgebreider zou vertellen hoe we handiger kunnen communiceren.

ONHANDIGE COMMUNICATIE NUMMER 2 en 3

Wat we ook heel vaak doen is het stellen van een VRAAG als we willen dat ze iets doen. Bijvoorbeeld “Wil je nu meteen hierheen komen alsjeblieft?”, “Kun je alsjeblieft je jas aandoen en je rugzak pakken?”, “Kun je je schoenen aandoen?” en “Het is tijd om naar huis te gaan, okay?” Terwijl we gewoon willen dat ze komen, hun jas aandoen, hun rugzak pakken, hun schoenen aandoen en mee naar huis gaan.

Probleem met deze vragen is dat kinderen gewoon antwoord kunnen geven op de vraag en dan in de basis gewoon heel netjes en beleefd zijn. Want ook met het antwoord “Nee” geven ze gewoon antwoord op de gestelde vraag . In alle eerlijkheid zou je daar dus ook niet boos of geïrriteerd door mogen worden. Maar dat worden we wel, omdat het wat ons betreft eigenlijk helemaal geen vraag was, maar een ‘opdracht’.

Een derde ‘onhandige’ manier van communiceren is het meteen “nee” zeggen op een vraag of verzoek van onze kinderen. “Nee, we gaan nu niet naar de speeltuin.”, “Nee je mag geen snoepje.”, “Nee ik heb nu geen tijd om met je te spelen.” Op zich is er natuurlijk niets mis met deze reactie, maar als ouder en leerkracht heb ik gemerkt dat kinderen bijna nooit positief reageren op dit soort antwoorden.

KAN HET OOK ANDERS?

Waarschijnlijk zijn er veel ouders die herkennen dat al deze woorden min of meer automatisch uit onze mond komen en dat er meestal een negatieve, boze en ongewenste reactie van onze kinderen op volgt. Waarna wij zelf ook weer geïrriteerd of zelfs echt boos reageren en zo komen we in een vicieuze cirkel terecht.

Gelukkig is het mogelijk om deze cirkel te doorbreken. Dat gaat niet vanzelf, daar moeten we wel op oefenen, maar het kan echt! Hieronder zal ik voor alle drie de manieren een aantal voorbeelden geven die de cirkel zullen doorbreken.

ZEG duidelijk wat je WEL wilt dat je kind doet

  • Loop rustig van de keuken naar de woonkamer
  • Ga rustig op de bank zitten
  • Probeer je mond dicht te houden als je eet

Vraag niet, maar ZEG duidelijk wat je wilt dat je kind doet.

  • Ik wil dat je nu naar beneden komt
  • Doe nu je jas aan en pak je rugzak
  • Doe nu je schoenen aan

Geef je kind twee alternatieve keuzes

  • De speeltuin is altijd leuk ja, zullen we daar vanmiddag of woensdagmiddag heen gaan?
  • Ik vind het nu geen goed moment voor een snoepje, maar als ik zo meteen boodschappen ga doen, mag je er eentje.
  • Je mag op dit papier tekenen of je kunt met krijtjes op de stoeptegels tekenen
  • Als je graag wilt springen kun je op de trampoline springen of je kunt je springtouw pakken en op het gras gaan springen

Kinderen zijn niet expres ‘vervelend’ ze hebben gewoon een bepaalde behoefte en hebben (vaak onbewust) een bepaalde actie gekozen om in die behoefte te voorzien. Aan ons de taak om ze op een heldere en liefst positieve manier duidelijk te maken wat we van ze verwachten of wat in onze ogen een meer acceptabele manier is om aan hun behoefte te voldoen. Welke van bovenstaande manieren je ook kiest, de toon en sfeer in huis wordt hoe dan ook positiever en de momenten van strijd en ruzie zullen zeker afnemen.

Succes met oefenen

Luisteren of begrijpen, wat doe jij?

We luisteren vaak met de intentie om antwoorden of oplossingen te geven, maar het is misschien wel beter om te luisteren met de intentie om te begrijpen.

Zeker bij onze kinderen (mijn eigen en kinderen om mij heen) merk ik steeds meer dat ze begrepen willen worden en steeds minder behoefte hebben aan het ontvangen van antwoorden, adviezen en oplossingen. Dit concludeer ik uit de vele zuchten en rollende ogen die veel volwassenen te horen en te zien krijgen nadat hun kind iets heeft verteld. En ik geef het eerlijk toe, die zuchten en rollende ogen krijg ik ook te horen en te zien!

Blijkbaar zijn wij volwassenen heel vaak geneigd om ongevraagd advies te geven, overal een ‘les’ van te maken en dingen die voor onze kinderen heel groot en belangrijk zijn te bagatelliseren. Terwijl dat niet is wat een kind nodig heeft en wat een kind verder helpt.

Tijdens mijn Kindercoachopleiding gaf mijn docente ons een heel leuk acroniem als hulpmiddel/ezelsbruggetje tijdens gesprekken met anderen: “Smeer veel NIVEA tijdens je gesprekken met kinderen/anderen”. Ik weet niet of dit jullie iets zegt, maar ik vond het een heel leuk en makkelijk te onthouden ezelsbruggetje. De laatste tijd ben ik nog meer mooie acroniemen tegengekomen, die ik jullie niet wil onthouden. Ik ben me ervan bewust dat er ook overlap tussen de acroniemen zit, maar zo wie zo raad ik je aan alleen die ‘woorden’ te kiezen die goed voelen voor jou!

Ezelsbruggetjes om uit te kiezen

  • Wees een OEN (Openstaan, Eerlijk en Nieuwsgierig zijn)

Sta open voor een andere mening, zorg dat je eerlijk bent over wat je er zelf van vindt en wees nieuwsgierig naar de motivatie van de ander en vraag daarop door.

  • Laat OMA thuis (Oordelen, Meningen en Adviezen)

Als iemand iets vertelt, roept dit meteen beelden op bij jezelf. Hierdoor plak je snel een etiket op het gedrag, met als gevolg dat je meteen een oordeel en een mening klaar hebt. En door dit oordeel en deze mening zijn we snel geneigd om advies te gaan geven. Dit bevordert de communicatie met anderen (en zeker met kinderen) niet.

  • Gebruik LSD (Luisteren, Samenvatten en Doorvragen)

Probeer met een open houding te Luisteren, wees aanwezig. Vat samen wat je gehoord hebt, zodat je kunt checken of je begrijpt wat de ander duidelijk wil maken. Vraag vervolgens door om meer informatie te krijgen. Met LSD kom je beter tot de kern van het verhaal van de ander.

  • Neem ANNA mee (Altijd Navragen Nooit Aannemen)

Ga er niet zomaar vanuit dat je begrijpt wat de ander zegt, maar vraag altijd even na of je het goed hebt begrepen.

  • Smeer veel NIVEA (Niet Invullen Voor Een Ander)

Als iets niet duidelijk is, hebben wij de neiging om iemands bedoelingen en voornemens zelf in te vullen. Maar we zitten er best vaak naast, waardoor het hele gesprek ‘fout’ kan gaan lopen.

  • Doe als een KOE (Kaken Op Elkaar)

We willen vaak graag ons eigen standpunt geven in een gesprek, maar het is juist heel goed om je kaken op elkaar te houden en te luisteren naar wat de te zeggen heeft. Want als jij op die manier luistert, is de kans dat de ander vervolgens ook naar jouw standpunt luistert groter.

De komende weken zal ik nog meer inzichten en tips over communiceren met kinderen en jongeren met jullie delen. Houd daarom LinkedIn, Facebook en Instagram in de gaten, of kijk met regelmaat hier op de website, want daar plaats ik bijna alle berichten die ik op sociale media post.

 

 

EMOTIES, weet jij altijd hoe je ermee om moet gaan?

  • Zit je met je handen in het haar, omdat je dochter zo vaak woede uitbarstingen heeft?
  • Ben je radeloos, omdat je zoon alleen maar dwars is en het woord NEE tot een mantra heeft gemaakt?
  • Ben je ten einde raad, omdat je je kind niet kunt helpen met het grote verdriet dat hij/zij ervaart?

In de afgelopen jaren heb ik als leerkracht, moeder, vriendin en coach gemerkt dat veel ouders moeite hebben met de emoties van hun kinderen. Daarom heb ik bij SOS Kinderen en Emoties de training gevolgd voor het geven van workshops over het omgaan met emoties. Met als gevolg dat je bij OKIDOKI Kindercoaching een workshop over de emotie BOOS, BANG en/of BEDROEFD kunt volgen

In deze lastige (en soms echt zware) tijden wil ik graag zoveel mogelijk ouders helpen bij het leren begrijpen wat emoties zijn, wat ze met ons doen, wat ze ons willen vertellen, hoe je kunt reageren op de emoties van een ander, hoe we kinderen kunnen helpen bij het omgaan met hun eigen emoties en hoe we grenzen kunnen geven aan gedrag dat voor ons onacceptabel is.

Daarom heb ik besloten om de komende tijd GRATIS EEN KORTE WORKSHOP aan te bieden aan ouders die graag aan de slag willen met ‘anders’ omgaan met emoties. In ongeveer 45 minuten geef ik meerdere inzichten en tips die het leven binnen gezinnen meteen makkelijker zal maken.

Heb je interesse? Neem dan contact op. Dit kan via het contactformulier op de website, door een bericht te sturen op FB of LinkedIn. Je kunt ook een mail sturen naar info@okidokikindercoaching.nl of me rechtstreeks bellen op 06 – 477 59 139

Onze communicatie is vaak niet handig (deel 1)

“Freek, we moeten nu echt weg, want anders komen we te laat op school. Nee nu NIET je autootje pakken!” Maar Freek heeft hier geen zin in, zegt NEE en rent de trap op naar boven. “Freek, niet rennen op de trap! Hoe vaak moet ik dat nog zeggen? We moeten nu echt weg, dus wil je nu meteen hierheen komen alsjeblieft?”

Herken je dit als ouder en opvoeder? Ik wel in ieder geval. We hebben haast, we willen niet te laat komen, we willen geen ruzie, maar ons kind luistert niet. Heel frustrerend en behoorlijk uitzichtloos, want je hoort het van zoveel ouders! MAAR het kan ook anders! Zonder frustratie, zonder ruzie en zonder boze gezichten. In dit artikel vertel ik je wat onze communicatie zo onhandig maakt en hoe je het anders kan doen.

HET BREIN IS DE BOOSDOENER

De voornaamste oorzaak van niet luisterende kinderen is dat we onze kinderen meestal vertellen wat we NIET willen dat ze doen:

  • Niet rennen in de gang!
  • Niet schreeuwen!
  • Niet springen op de bank!
  • Pas op, niet vallen!

Het lastige is dat deze woorden ervoor zorgen dat ons brein twee dingen moeten verwerken. Er wordt namelijk automatisch een beeld in ons hoofd gevormd wanneer er iets tegen ons wordt gezegd. Dat doe je niet bewust, dat gebeurt gewoon. Pas als dat beeld er is, gaan onze hersenen verweken wat er precies werd gezegd of van je werd gevraagd. Dus als er wordt gezegd dat je iets NIET moet doen., zie je eerst het plaatje van de actie (rennen in de gang, springen op de bank) en dan pas verwerk je het stukje van het NIET rennen in de gang NIET springen op de bank.

Even een KLEINE TEST: DENK NIET AAN EEN ROZE OLIFANT. Welk beeld zie je als eerste in je hoofd? Inderdaad een ROZE OLIFANT. Voor kinderen werkt het precies zo en TOCH vertellen we ze negen van de tien keer wat ze NIET moeten doen.

Als je me niet gelooft, dan heb ik nog een kleine test voor je:

Hieronder staan een aantal dingen die iemand tegen jou moet zeggen. Opdracht aan jou is om meteen te doen wat er wordt gezegd.

  • Ga niet staan
  • Loop niet weg
  • Doe je mond niet open
  • Doe je ogen niet dicht

Wat gebeurde er met je? Wist je meteen wat je wel of niet moest doen? De kans is heel groot dat jij (net als onze kinderen) eerst dacht “oh ik moet gaan staan, of wacht, nee ik moet juist NIET gaan staan” of “Oh ik moet weglopen, of wacht, nee ik moet juist NIET weglopen.” enzovoorts. Lastig hè? En dit doen wij onze kinderen heel vaak aan

KAN HET OOK ANDERS?

Hoe kunnen we dit oplossen, hoe kunnen we dit veranderen? Eigenlijk heel simpel door onze communicatie helder en duidelijk te maken: Vertel de ander wat je graag wil dat ze WEL doen. Zeg dus:

  • De bank is alleen om op te zitten
  • Leg de boeken op de tafel
  • Praat met een zachte stem
  • Ga (of blijf) zitten
  • Sta stil of Blijf staan
  • Houd je goed vast

In de basis niet echt moeilijk, maar doordat we allemaal zijn opgegroeid met de NIET-zinnen moeten we echt heel erg oefenen om te zeggen wat we willen dat ze doen. Dus als je kind de rozijntjes op de grond gooit, zeg dan “Ik wil dat je de rozijntjes in het bakje laat zitten” ipv “Geen rozijntjes op de grond gooien.” Nogmaals in de basis is het heel simpel.

Ik hoop dat dit artikel ouders en opvoeders zal helpen om minder frustratie, boosheid en strijd te ervaren. En dat kinderen minder verward zullen zijn en sneller zullen weten wat van hen verwacht wordt.

In een volgend artikel geef ik inzicht in nog twee ‘onhandige manieren’ van communiceren en vertel ik uitgebreider hoe we ‘handiger’ kunnen communiceren.

 

Kinderen – Lockdown – Concentratie

Nu we (bijna) allemaal thuis werken en onze kinderen thuis naar school gaan, wil ik graag wat oorzaken van concentratiegebrek met jullie delen en een aantal tips geven om kinderen te helpen met hun concentratie.

Oorzaken concentratiegebrek

Je hebt het vast wel gemerkt dat kinderen die iets doen waar ze zin in hebben (spelen met favoriet speelgoed, een computerspelletje, het maken van een knikkerbaan en dergelijke) dit veel langer volhouden dan speelgoed opruimen of huiswerk maken. Met andere woorden als een kinderen gemotiveerd zijn om iets te doen, is hun concentratie veel hoger en duurt langer dan wanneer ze niet gemotiveerd zijn om iets te doen.

Naast motivatie heeft leeftijd ook een grote invloed op de tijdsduur van de concentratie van een kind. Een kind van een jaar of 6 kan zich gemiddeld 10 minuten concentreren, een kind van 10 jaar oud rond de 20 minuten en is het kind 13 jaar oud dan kan het zich ongeveer een half uur achter elkaar goed concentreren. Uiteraard zijn dit gemiddelden en kan het voor je eigen kind anders zijn, maar het is wel handig om dit in gedachten te houden. Handig omdat je vanaf nu qua verwachtingen misschien wat realistischer zult zijn en handig omdat je hier vanaf nu in je verzoeken/opdrachten aan je kind rekening mee kunt houden.

Naast motivatie en leeftijd hebben vermoeidheid, problemen thuis of op school, verliefdheid, vooruitzicht van feesten/verjaardagen, emoties zoals boosheid, verdriet en dergelijke natuurlijk ook invloed op de concentratie van kinderen.

Hoe kun je de concentratie bij je kind verbeteren?

  • Zoals hierboven al genoemd kunnen er allerlei dingen zijn die de concentratie van je kind beïnvloeden. Ga dus zoeken naar de oorzaak. Waarom is je kind zo snel afgeleid? Zijn het bepaalde gedachten die hem/haar afleiden, is je kind erg moe of zijn het externe oorzaken, zoals bepaalde geluiden of activiteiten die eraan komen?
  • Bedenk samen met je kind hoe hij/zij voor afwisseling kan zorgen in de dingen die hij/zij wil of moet doen. Let hierbij op de tijdsduur van de activiteiten. Laat een kind van 6 jaar niet langer dan 10 minuten aan één taak werken. Van een kind van 13 mag je wel een langere tijd verwachten (maximaal ongeveer een half uur). Wissel de ‘leuke’ en minder leuke activiteiten met elkaar af, zodat het afwisselend makkelijker is om zich te concentreren (en dus met regelmaat successen kunnen worden ervaren).
  • Plan ook beweging in tussen de verschillende activiteiten. Of eigenlijk: zorg dat ‘bewegen’ ook een taakje/activiteit wordt. Dit hoeft niet meteen een hele grote of zware beweging te zijn, je kunt ook een stressballetje, een rubix cube of een ‘spinner’ klaarleggen voor tussendoor. Of een balletje om van de ene naar de andere hand te gooien of om mee tegen de muur te kaatsen, een (geïmproviseerde) hinkelbaan of even naar boven (of juist beneden) lopen om iets te pakken’
  • Geheugenspelletjes zijn ook heel goed om de concentratie van een kind te verbeteren. Dus speel af en toe memory, laat raadsels oplossen of doe een kwartetspelletje met ze.
  • Vaak helpt het kinderen ook om grotere opdrachten in kleinere taken op te delen. Dus geef niet de opdracht om hun kamer op te ruimen, maar zeg heel precies wat je wilt dat ze opruimen. Bijvoorbeeld “doe alle lego in de bakken.” En later vraag je ze om alle boeken op te ruimen. Op die manier duurt het opruimen niet heel erg lang, is het overzichtelijk en ziet het kind ook snel resultaat (succes-ervaring).
  • Soms helpt het ook als je met een timer of stopwatch Je kunt er dan een spelletje van maken door te kijken hoe snel de taak gedaan kan worden. Of voor sommige kinderen is het juist fijn om de structuur, het inzicht te hebben dat iets in tijd is afgebakend.
  • En last but not least: geef je kind complimenten als het hard heeft gewerkt, als het de tijd die was afgesproken ook echt geconcentreerd bezig is geweest, als zich mooi aan het bedachte plan heeft gehouden, etc. In een ander artikel zal ik dieper ingaan op het geven van complimenten, want lang niet alle complimenten die we geven komen ‘aan’ bij de ontvanger.

Ik hoop dat deze tips en inzichten irritatie, verdriet of stress in huis kunnen helpen voorkomen, zeker tijdens deze lockdown. Het zou fijn zijn als je me dat hier ook laat weten. Daar leren we allemaal ook weer van als mens en als ouder. Alvast bedankt!

Groeten, Hiske

Knutselen, kletsen, tekenen en spelletjes spelen

Omdat de basisscholen helaas nog langer dicht blijven in verband met COVID-19, heb ik besloten om kinderen niet alleen op woensdagmiddagen de mogelijkheid te geven spelletjes te komen spelen in de praktijk.

 

                  

Vanaf vandaag kunnen kinderen tussen de 5 en 12 jaar elke werkdag langskomen om te knutselen, tekenen, kletsen of om spelletjes te spelen. Het enige dat nodig is, is een aanmelding. De ouder(s) of verzorger(s) kunnen het kind aanmelden via 06 – 477 59 139.

Hopelijk kan ik op deze manier veel kinderen (en ouders/verzorgers) helpen om deze lastige (en saaie) periode wat leuker en makkelijker te maken.

Groeten, Hiske

Spelletjesmiddagen bij OKIDOKI Kindercoaching!!!

Voortaan kunnen kinderen tussen de 6 en 12 jaar elke woensdagmiddag tussen 14.00 en 15.30 uur in de praktijk spelletjes komen spelen.

Uiteraard zijn dit spelletjes met een leerzame ondertoon. Ik wil namelijk heel graag zoveel mogelijk kinderen helpen om hun sociale vaardigheden te vergroten, zodat ze steviger in hun schoenen staan, pestgedrag voorkomen kan worden en de wereld een beetje mooier wordt voor iedereen.

Op scholen en bij sportverenigingen is de wens ook groot om positief sociaal gedrag te zien bij kinderen, maar het aanleren hiervan lukt vaak niet zo goed, door onvoldoende tijd en ruimte gezien de vele andere lessen die geleerd moeten worden. In mijn praktijk krijg ik veel hulpvragen zoals: “Hoe kom je op voor jezelf zonder ruzie?”, “Hoe kan ik deze heftige emoties meer onder controle krijgen?”, “Wat kan ik doen om meer vrienden te hebben/houden?”, “Hoe kunnen we zorgen dat hij/zij met andere kinderen gaat spelen?”. Deze vragen zijn eigenlijk allemaal terug te leiden naar de vraag: “Hoe gaan we (beter) met elkaar om?”

Door middels een spel te werken aan sociale vaardigheden zoals conflicthantering, samenwerken, opkomen voor jezelf en anderen, omgaan met pesten en plagen, complimenten geven en ontvangen, hulp vragen, excuses aanbieden, afkoelen, onderhandelen, etc. leren kinderen ongemerkt op welke manieren ze met de mensen om hen heen om kunnen gaan. Hoe ze in verbinding kunnen komen met elkaar, zonder dat ze zichzelf hoeven weg te cijferen. Bij sommige spellen gaat het vooral om het ombuigen van negatieve gedachten naar positieve gedachten, bij andere spellen worden stappenplannen middels rollenspellen geoefend die leiden naar constructieve manieren voor het oplossen van (allerlei) problemen. Weer andere spellen zorgen ervoor dat kinderen spelenderwijs ontdekken hoe ze zelf kunnen omgaan met zelfvertrouwen en/of een gebrek daaraan.

Tijdens de sessies die ik met de kinderen in mijn praktijk doe, pak ik regelmatig een spel erbij omdat dit voor het kind niet voelt als leren, terwijl het wel degelijk wat leert. Omdat ik weet dat er nog veel meer kinderen (en ouders) worstelen met hulpvragen zoals ik hierboven heb vermeld, maar lang niet al deze kinderen 1 op 1 coaching (kunnen) krijgen, heb ik besloten om voortaan op woensdagmiddag met kinderen die dat leuk vinden spelletjes te gaan spelen die hen helpen met hun sociale vaardigheden.

 

Elk kind tussen de 6 en 12 jaar mag meedoen, ze moeten zich alleen wel even van tevoren aanmelden, omdat ik graag wil weten hoeveel kinderen er willen komen. Ook is het belangrijk dat ik van tevoren weet hoe oud de kinderen zijn, zodat ik kan zorgen dat er goede groepjes gemaakt kunnen worden. Deelname is helemaal gratis, ik heb alleen een telefoonnummer van een ouder/verzorger nodig, zodat ik altijd iemand kan bellen als dat nodig mocht zijn (bijvoorbeeld voor het ophalen van het kind na afloop). Ik heb in de praktijk water, thee en limonade, maar geen snoep of koekjes.

Wil je kind graag komen spelen? Stuur dan even een appje, sms-je of een email naar Hiske Tierie bij OKIDOKI Kindercoaching via 06 – 477 59 139 of info@okidokikindercoaching.nl Geef in je bericht even aan hoe oud je kind is, op welke datum hij/zij wil komen en vermeld in de email ook even je telefoonnummer. Ik zal zodra ik je bericht heb gelezen, contact met je opnemen om af te stemmen hoe en wat.

”Ik wil niet” (deel 2)

Op woensdag 28 oktober 2020 plaatste ik een artikel over iets wat ik tijdens een wandeling in het bos meemaakte.  Aan het einde van dat artikel heb ik aangegeven dat ik in een volgend artikel een aantal tips, adviezen en inzichten zou geven die elke ouder en opvoeder kan helpen in soortgelijke situaties. Dus hier komen ze.

Nog even heel kort de situatie in het bos: wandelend in het bos hoorde ik van verre een kind hard huilen en schreeuwen. Na ongeveer 5 minuten zie ik aan de rand van een bospad een meisje met haar ouders. Vader zit geknield voor het meisje, moeder staat over haar heen gebogen en het meisje huilt en zegt/roept “Ik wil niet!” Meer heb ik niet gehoord of gezien, maar dergelijke situaties zorgen er bij mij altijd voor dat ik heel graag contact wil maken om te kijken of ik zou kunnen helpen. ‘Occupational hazard’ oftewel beroepsdeformatie zal ik maar zeggen. Als leerkracht en kindercoach wil ik ontzettend graag ouders en kinderen helpen als ik zie dat ze in een onprettige situatie zitten. Negen van de tien keer besluit ik overigens om niets te zeggen of te doen, want ik denk dat de betrokkenen erg zouden schrikken als ik het wel zou doen.

Omdat lang niet iedereen die in een dergelijke situatie zit/komt, hulp van een kindercoach zal inroepen, maar wel heel veel opvoeders dergelijke situaties (regelmatig) meemaken, wil ik in dit artikel graag wat tips en ideeën delen zodat zij zich een volgende keer misschien prettiger voelen tijdens zo’n situatie.

Als eerste wil ik graag een inzicht met jullie delen: Mensen die boosheid uiten, zijn vaak eigenlijk niet zozeer boos als wel bang of verdrietig. Iemand reageert vaak boos, terwijl hij/zij eigenlijk ‘alleen maar’ teleurgesteld is omdat iets niet lukt/mag/kan. Of een kind laat boosheid zien, terwijl hij/zij ergens bang voor is (bijvoorbeeld om alleen gelaten te worden, iets kwijt te raken etc.). Vaak is zo’n eerste reactie eentje van boosheid omdat boosheid ons beschermt. Boosheid houdt mensen op afstand waardoor ze je niet (nog meer) kunnen kwetsen. Boosheid geeft ons kracht en adrenaline, zodat we moeilijke (of gevaarlijke) situaties beter aan kunnen. We zijn/voelen ons niet kwetsbaar als we boos zijn en dus is het fijner om boos te zijn dan verdrietig of bang. Want als we bang of verdrietig zijn voelen we ons wèl kwetsbaar.

Maar nu terug naar de situatie in het bos. Ik weet niet of deze ouders graag tips of advies hadden willen krijgen, maar als ze hier behoefte aan hadden, zou ik ze het volgende vertellen:

  • Het gedrag van je kind heeft altijd een reden. Kinderen hebben net als volwassenen verwachtingen en als deze niet uitkomen, roept dit automatisch een reactie/gedrag op. Door het kind te verbieden zich zo te gedragen (Houd op! Niet doen! Stop daarmee!) ga je volledig voorbij aan het feit dat je kind dit gedrag vertoont om iets duidelijk te maken of iets voor elkaar te krijgen.
  • Onder elk gedrag zit niet alleen een reden maar ook altijd een gevoel. Door het gedrag te verbieden, verbied je het kind dus ook iets te voelen.
  • Als je (de indruk hebt dat het) kind boosheid uit, houd er dan rekening mee dat de kans groot is dat het kind juist verdrietig of bang is, doordat een verwachting niet is uitgekomen en dat het kind dit uit met boosheid (vaak omdat het niet weet hoe het anders kan reageren).
  • Wat kun je doen in zo’n situatie? Benoem wat je ziet aan gedrag, zeg wat je denkt dat het kind voelt (boosheid, frustratie, verdriet, angst etc), geef het kind ruimte om het gevoel te uiten (binnen grenzen) en maak duidelijk dat je er voor hem of haar bent.
  • Als het kind rustig is geworden, stel je hem/haar een aantal vragen om te achterhalen wat er is gebeurd (of gezegd) en wat kan helpen nu en in de toekomst. Laat het kind vertellen wat er is gebeurd, wat het kind graag anders had gewild en probeer het gevoel van het kind helder te krijgen. Op deze manier geef je volledige aandacht, erkenning en ruimte aan het kind. Pas daarna kun je praten over mogelijke oplossingen (voor nu en later).

 

 

 

Aparte, lastige tijden

We leven in een aparte, lastige tijd op het moment. Onze bewegingsvrijheid is beperkt, we weten niet voor hoe lang, we weten niet wat er verder nog gaat gebeuren en meningen en gevoelens gaan wereldwijd alle kanten op. Deze onzekerheid en verschillen van mening zie en hoor je overal. Tussen landen/regeringen, binnen een land en soms ook binnen families en gezinnen.

En zelfs als er geen verschil van mening is binnen een gezin, als iedereen het eens is over wat verstandig is, over het zich netjes houden aan de opgelegde maatregelen, kan er toch spanning en angst gevoeld worden. Door de onzekerheid, door het gevoel van onveiligheid en door een gevoel van machteloosheid.

Al deze gevoelens zoeken bij tijd en wijle (of heel vaak) een uitweg. De ene mens (volwassene en kind) uit zich dan in boosheid, een ander in angst en sommigen ook in verdriet. Zelf merk ik ook dat mijn lontje soms wat korter is, dat ik eerder geïrriteerd reageer op iets wat een ander doet of juist niet doet. Ik zie het op televisie in talkshows, ik zie reacties van (groepen) mensen in het journaal. Ook in mijn directe omgeving merk ik dat gesprekken negen van de tien keer gaan over de maatregelen, de dingen die we niet kunnen doen en het aparte, onbestemde gevoel dat we hebben.

De onzekerheid over het verdere verloop van COVID-19 kan ik niet wegnemen, Een oplossing voor het probleem kan ik ook niet bieden, maar hulp bij en oplossingen voor het omgaan met alle emoties die deze aparte tijd oproepen wel. Dit doe ik in de vorm van 1 op 1 sessies (met ouders, ouder en kind of kind alleen) en door workshops over het omgaan met emoties. De sessies en de workshops kunnen plaatsvinden in mijn praktijk of tijdens een wandeling voor degenen die het niet fijn vinden om lang in één ruimte te zitten.

Tijdens de 1 op 1 sessies gaan we aan de slag met een persoonlijke hulpvraag, dus een hele specifieke vraag die de ouder of het kind heeft. Als er geen specifieke hulpvraag is, maar een algemene behoefte om meer te weten over emoties en hoe je daar als ouder mee om kan gaan, is een workshop een mooie oplossing. Ik geef workshops over het omgaan met de emoties BANG, BOOS en BEDROEFD.  Je kunt je aanmelden voor alle drie de emoties, maar als je eigenlijk alleen meer wil weten over het omgaan met één bepaalde emotie (bijvoorbeeld de angst van je kind), dan kun je gewoon voor een van de workshops kiezen (in het voorbeeld dus voor de workshop BANG). Er is geen minimum aantal deelnemers, dus we kunnen er ook een 1 op 1 workshop van maken.

Via de contactformulieren op mijn website (www.okidokikindercoaching.nl) kun je je aanmelden voor de coaching sessies en/of de workshops. Uiteraard kun je me ook altijd mailen (info@okidokikindercoaching.nl) of bellen (06 – 477 59 139)

Houd jullie haaks in deze aparte en lastige tijd en wie weet tot ziens.

Groeten Hiske

Vandaag weer een helpend zinnetje

“Soms heb je maar heel weinig nodig om je beter te voelen. Soms is één enkel zinnetje voldoende”

Met deze woorden begon het artikel dat ik in april van dit jaar op FB plaatste naar aanleiding van een kaartje dat ik uit een stapel kaartjes had getrokken. Mijn bedoeling was om dit met grote regelmaat te doen, maar ja, LIFE HAPPENED zullen we maar zeggen. Vandaag heb ik eindelijk weer een kaartje getrokken. En ook nu weer sluit de zin op het kaartje heel goed aan bij wat ik de laatste dagen voel en meemaak.

Ik merk dat ik moe ben geworden van alle meningen en gesprekken over de COVID-19 besmettingen en maatregelen. Daarom heb ik besloten om me hier wat minder actief mee bezig te houden en wat minder het gesprek hierover aan te gaan. Ik houd me aan de richtlijnen, maar verder doe ik even niets. Ik heb hier wel wat moeite mee, want ik wil altijd heel graag alle meningen en informatie tot me nemen, zodat ik mijn eigen mening en gevoel erover kan vormen. Maar ik ga me nu een beetje terugtrekken en laat me door niemand iets wijsmaken.

Daarnaast ben ik de afgelopen twee weken heel actief bezig met (de zichtbaarheid van) mijn praktijk en ook daarover heb ik heel wat meningen, webinars en gesprekken gehoord en gevoerd die mij nu erg beïnvloeden in mijn acties. De ene persoon (marketing expert, kennis, vriend) zegt dit, een ander zegt juist het tegenovergestelde en ik moet bepalen welke van de tips en ideeën het beste bij mij passen. Door zelfkennis en (levens)ervaring ben ik inmiddels wel zo ver dat ik mijn eigen koers vaar en me ook op dit gebied door niemand iets laat wijsmaken. Dit betekent wel dat dingen misschien iets langzamer gaan dan ik (of mijn omgeving) zou willen, maar het voelt voor mij goed om dingen goed te doordenken en op een voor mij juist moment te doen.

Dus het kaartje dat ik vandaag heb getrokken, past helemaal bij de Hiske van dit moment.

Mocht je zelf ook eens zo’n kaartje willen trekken, stuur me dan een berichtje met een cijfer tussen de 1 en 70 en ik trek voor jou een kaartje uit de stapel. Ik ben benieuwd of het zinnetje op jouw kaartje ook zo passend is als bij mij.

Fijne dag!

Groeten Hiske

”Ik wil niet” (deel 1)

Dit waren de enige woorden die ik kon horen op het moment dat ik langs een gezin liep in het bos. Van tevoren had ik (al van verre) een huilend en/of boos kind gehoord en ik vroeg me toen af of mijn wandeling me langs dit kind zou leiden.

Vorige week had ik behoefte aan frisse lucht, beweging en rust. Dus heb ik mijn wandelsokken en -schoenen aangetrokken en ben naar het bos gegaan. Hoewel ik zeker niet de enige persoon in het bos was, was het heerlijk rustig, zodat mijn hersenen de rust en mijn lichaam de beweging en frisse lucht konden krijgen die ik nodig had. Aan het einde van mijn wandeling hoorde ik op een gegeven moment een kind huilen/boos zijn. Ik had geen idee waar dit kind was en waarom het zo aan het huilen en schreeuwen was, maar ik vroeg me meteen af wat er aan de hand zou zijn.

Na een minuut of vijf draaide ik het paadje in waar het kind (een meisje) en haar ouders stonden. Iets verder op het pad liep een vrouw met twee jongens en een hond. Het meisje en haar ouders stonden aan de rand van het pad. Vader zat geknield voor het meisje en moeder was over het kind heen gebogen. Toen ik op gelijke hoogte was met het gezin, hoorde ik het meisje huilend zeggen “ik wil niet”. De vader of moeder reageerde hierop, maar ik heb niet gehoord wat er gezegd werd en niet gezien of gehoord hoe hier vervolgens weer op werd gereageerd.

Sinds ik als leerkracht en kindercoach actief ben, merk ik dat ik kinderen en ouders/opvoeders heel graag wil helpen wanneer ik dit soort situaties zie of hoor Zo ook in dit geval. Natuurlijk ben ik gewoon doorgelopen en heb ik geen gehoor gegeven aan deze behoefte in mijzelf. Maar het blijft me dan toch bezighouden en daarom schrijf ik nu dit artikel.

In mijn hoofd gebeuren er allerlei dingen op zo’n moment: Ik stel mezelf vragen zoals: Wat is er gebeurd? Wat is er gezegd? Wat is er gedaan? Is het kind boos, verdrietig of bang? Zou het te maken hebben met die hond en/of die mensen die ik net zag? Of wilde dit meisje niet naar huis? Of juist niet verder wandelen? Hoe voelen de ouders/opvoeders zich nu hun dochter overduidelijk niet wil wat zij graag willen? Zal ik vragen of ik iets voor ze kan doen? Zal ik ze laten weten dat ik weet hoe moeilijk dit soort momenten zijn en ze een hart onder de riem steken?

Uiteindelijk besluit ik negen van de tien keer om niets te zeggen of te doen, hooguit een vriendelijke glimlach en een “Hallo/Goedemorgen” of iets dergelijks. Deze keer heb ik zelfs dat niet gedaan, omdat ik geen oogcontact had met de ouders. Maar wat wel altijd hetzelfde is, is het feit dat ik me het uur daarna altijd afvraag hoe ik ze zou kunnen helpen als ze bij mij in de praktijk zouden komen met deze situatie als hulpvraag.

Wat deze ouders in het bos hebben gedacht, gezegd en gedaan weet ik niet, maar in mijn volgende artikel zal ik een aantal tips, adviezen en inzichten geven die elke ouder en opvoeder kan helpen in soortgelijke situaties als vandaag in het bos. Dus: Wordt vervolgd

Omgaan met emoties. Kan jij het?

We leren van jongs af aan heel veel vaardigheden. Een behoorlijk deel hiervan leren we redelijk automatisch en min of meer ongemerkt, zoals drinken, eten, praten, lopen, fietsen, enz. Andere dingen voelen echt aan als leren: leren schrijven, leren rekenen, topografie leren, enz. Sommige mensen leren makkelijk, anderen hebben er wat meer moeite mee.

Lees meer

Op sociaal vlak zijn er ook heel veel dingen die we in ons leven leren: beleefd zijn, rekening houden met anderen, luisteren naar en reageren op anderen, enz. Dit alles begint al in de kinderjaren en deze leerprocessen worden thuis, op school, bij de sportclub, op straat en binnen allerlei verschillende groepen mensen verfijnd en verbreed. Er is echter één leerproces dat in mijn ogen onvoldoende aandacht krijgt, omdat we er volgens mij vanuit gaan dat kinderen dit wel automatisch zullen leren. En dat is: Het omgaan met emoties. Maar kinderen hebben hierbij echt onze hulp nodig. Het probleem is alleen dat wijzelf ook niet allemaal even goed weten hoe we om moeten gaan met emoties.

Hoezo kunnen wij niet goed omgaan met emoties?

Ik ben van mening dat heel veel ‘gedoe’ tussen mensen (groot en klein) veel minder heftig zal zijn als iedereen meer kennis en inzicht heeft in emoties, hun betekenis en hun werking. Want dan kun je er ook invloed op uitoefenen en beheersen je emoties je acties minder. Zeker op de momenten waarop we heftige emoties ervaren die resulteren in een instinctieve reactie.

Een voorbeeld: een vader is in het park met zijn dochtertje. Plotseling rent ze achter een bal aan de straat op. Hij sprint naar haar toe, grijpt haar bij de arm en reageert met hele boze stem. Van schrik gaat zijn dochtertje huilen. Is deze vader echt boos? Of zit er een andere emotie onder de boosheid? Ik ben ervan overtuigd dat deze vader vooral bang was en zich rot is geschrokken. Maar dit heeft hij geuit met boosheid. Met als resultaat twee mensen die overstuur zijn.

Hulp om het te leren

Ik heb me het afgelopen jaar in emoties verdiept en ik heb een aantal trainingen gevolgd. Hierdoor kan ik nu een aantal workshops aanbieden waarin ik volwassenen begeleid bij het leren begrijpen wat emoties zijn, wat ze met ons doen, wat ze ons willen vertellen, hoe je kunt reageren op de emoties van een ander, hoe we kinderen kunnen helpen bij het omgaan met hun eigen emoties en hoe we grenzen kunnen geven aan gedrag dat voor ons onacceptabel is.

Er is keuze uit een INTRODUCTIE WORKSHOP die organisaties (bijvoorbeeld scholen of kinderopvangorganisaties) zouden kunnen aanvragen bij mij, een DRIEDELIGE WORKSHOP en drie LOSSE WORKSHOPS voor onder andere ouders/verzorgers en leerkrachten waarin dieper ingegaan wordt op de basisemoties BOOS, BANG en BEDROEFD. Op mijn website is uitgebreide informatie over al deze workshops te vinden. En indien je graag een workshop wilt volgen, kun je je via de formulieren op mijn website aanmelden. Uiteraard kun je ook altijd een mailtje sturen naar info@okidokikindercoaching.nl  of via mijn telefoonnummer 06 477 59 139 aangeven dat je interesse hebt. 

Zodra ik het bericht heb ontvangen, zal ik contact opnemen om een afspraak in te plannen voor de workshop. Het maximale aantal deelnemers per workshop is 8, ik heb geen minimaal aantal, dus als je in je eentje de workshop wilt volgen, dan kan dat.

Aangepast gedrag: We zien het bij auto’s, maar zien we het ook bij mensen?

Een aantal maanden geleden was ik in de auto op weg naar Oss, toen me iets opviel. Ik reed op de linker rijbaan om een aantal vrachtwagens in te halen en achter mij reed een beduidend grotere en luxere auto. Ik weet het merk helaas niet meer. Deze auto reed op een hele ruime afstand achter mij, waardoor ik besloot dat ik hem/haar niet in de weg zat en dus voor het inhalen van de volgende vrachtwagen niet perse eerst terug naar de rechterbaan hoefde.

Op het moment dat ik na die volgende vrachtwagen netjes naar de rechterbaan ging, vermeerderde de andere auto snelheid en was mij ‘in no time’ voorbij. Waarna ik me realiseerde dat de chauffeur van die auto waarschijnlijk ‘adaptive cruise control’ had aanstaan, waardoor de auto automatisch een veilige (en dus ruime) afstand hield tot mijn auto. Niet omdat de chauffeur zelf net zo hard wilde rijden als ik, maar omdat de auto zo geprogrammeerd is.

Zodra ik me dat realiseerde, schoot door mijn hoofd dat wij mensen dit ook heel vaak doen. Wij vertonen aangepast gedrag al naar gelang de situatie waarin we ons bevinden. Op zich is hier niets mis mee. Sterker nog, het is in mijn ogen ook heel goed en prettig dat we zo in elkaar zitten dat we rekening met elkaar houden. Maar het is volgens mij wel verstandig om ons hiervan bewust te zijn en af en toe de vraag te stellen of de persoon dit gedrag zelf graag vertoont of dat het is omdat hij/zij denkt dat dit voor de ander prettiger is.

In het voorbeeld van de auto had ik die vraag natuurlijk niet letterlijk kunnen stellen, maar ik had wel tussen de eerste en tweede vrachtwagen naar rechts kunnen gaan om te kijken wat de andere chauffeur dan ging doen. Even hard blijven rijden of mij voorbij gaan. Bij kinderen kunnen we wel letterlijk vragen of wat ze doen ook daadwerkelijk is wat ze zelf graag willen doen. Of dat ze het doen omdat ze denken dat dit hoort, dat het fijn is voor de ander, of omdat ze bang zijn voor de reactie bij ander.

Ik ben me ervan bewust dat het best lastig is om zo’n vraag goed te formuleren. Hieronder volgt een voorbeeld, maar uiteraard zijn er nog veel meer vragen te bedenken om helder te krijgen of het om aangepast gedrag gaat. Door een kind te vragen “Als jij zou mogen kiezen wat we gaan doen, wat zou je dan zeggen?” open je de communicatie en krijgt het kind de kans om in een veilige omgeving (indirect) te leren dat hij/zij zichzelf mag zijn met eigen wensen en behoeften. Met als gevolg het besef dat aangepast gedrag niet altijd hoeft.

Ik wens iedereen succes met het (h)erkennen van aangepast gedrag.

Mijn persoonlijke groeiproces

Zoals jullie (misschien) weten, ben ik in 2017 mijn eigen praktijk voor kindercoaching begonnen. Een van de redenen voor deze stap was mijn onvrede met de manier waarop kinderen met elkaar omgingen. Op school, waar ik het als leerkracht van dichtbij meemaakte, maar uiteraard ook buiten school. Onderling, maar ook hoe kinderen met volwassenen omgingen, deed mij van binnen pijn.

Ook de manier waarop volwassenen met (hun) kinderen omgingen, kon (en kan) in mijn ogen heel wat beter. Ik had op dat moment zelf nog geen idee hoe het anders zou kunnen en wat mijn rol daarin zou kunnen zijn, maar de ‘drive’ om dit uit te zoeken was er 100%.

Mijn oplossing
Vanuit die ‘drive’ ben ik gaan zoeken op internet, heb ik opleidingen en cursussen gevolgd en heb ik allerlei verschillende visies, zienswijzen en aanpakken gevonden. De ene aanpak of visie paste beter bij mij als persoon dan de andere en uiteindelijk ben ik voor mijzelf tot een aantal keuzes gekomen. In een ander artikel zal ik jullie meenemen in dit hele proces, maar voor nu wil ik graag mijn keuzes met jullie delen.
Er zijn drie, heel goed bij elkaar passende overtuigingen die ik in mijn eigen leven ben gaan toepassen en waar ik heel blij van word. Dit is het OMDENKEN van Berthold Gunster, het OMGAAN MET EMOTIES van Susan van Asten en Geweldloze of VERBINDENDE COMMUNICATIE van Marshall Rosenberg.

Het toepassen ervan in mijn leven
Zoals gezegd ben ik bezig om zoveel en zo vaak mogelijk deze overtuigingen actief in mijn leven te gebruiken. Het lukt de ene keer redelijk, soms heel goed en soms helemaal niet. Maar in plaats van enorm gefrustreerd te raken in die laatste situaties of de handdoek in de ring te willen gooien, merk ik dat ik steeds makkelijker accepteer dat het ‘nu dus gewoon even niet lukt’ en ga ik met goede moed verder. Ik word niet boos op mezelf, raak niet moedeloos of intens verdrietig. Iets wat vroeger wel gebeurd zou zijn.
Grappig genoeg zorgt dit ‘falen’ er nu juist voor dat ik heel wat vooruitgang heb geboekt in het VERBINDEND COMMUNICEREN en het OMGAAN MET EMOTIES. Op het gebied van OMDENKEN heb ik nog wel een aantal stappen te zetten. Het gedachtegoed van Berthold Gunster snap ik en omarm ik voor het grootste deel. Ik vind het alleen nog lastig om daadwerkelijk dingen OM te DENKEN. Maar zoals bij alles, geldt ook hier: oefening baart kunst .

Het resultaat tot nu toe
De stappen die ik inmiddels heb gezet en de zichtbare resultaten (voor mijzelf, maar ook voor de mensen om mij heen) sterken me in mijn overtuiging dat mijn (gevoels)leven
enorm verbeterd is door het omarmen van deze drie (voor mij nieuwe) visies/aanpakken. In latere artikelen zal ik jullie uitleggen wat deze visies/overtuigingen/aanpakken inhouden, hoe ik ze in mijn leven aan het verweven ben en wat het resultaat daarvan voor mij is. In de hoop dat ik jullie hiermee enthousiasmeer en tools in handen geef die ook jullie kunnen helpen om je beter en positiever te voelen en meer verbinding te hebben met de mensen om je heen.

Soms is 1 zinnetje genoeg

Soms heb je maar heel weinig nodig om je beter te voelen. Soms is één enkel zinnetje voldoende. Door het COVID-19 virus zijn de dagen anders dan we gewend zijn. Ik merk er zelf de ene dag meer van dan de andere. Ik ben er de ene dag meer mee bezig (in mijn hoofd) dan de andere dag. Om mezelf te helpen op de mindere dagen, heb ik besloten om op zoek te gaan naar één zinnetje voor die dag.

Vandaag is jammer genoeg zo’n mindere dag en dus heb ik uit een stapel kaartjes lukraak een kaartje  getrokken en dit is hem geworden:

Deze zin is een hele goede tip voor vandaag! Ik ben daarom meteen deze tekst gaan schrijven, omdat ik het belangrijk vind dat we elkaar stimuleren en ondersteunen waar we kunnen. En ik denk dat het voor veel mensen (groot EN klein) helpt als ze zien dat één enkel zinnetje voor zoveel positiviteit kan zorgen.

Dankzij dit zinnetje voel ik me gelukkig en blij, omdat ik met deze tekst iets positiefs en (hopelijk) stimulerends ‘de wereld in stuur’ en tegelijkertijd mezelf in actie heb gezet. Hiermee heb ik een van mijn behoeften (leren en groeien) voor mezelf vervuld en dit maakt mij gelukkig.

Als je het leuk vindt, kun je mij een cijfer doorgeven (t/m 70) en dan zal ik de stapel kaartjes aftellen tot ik jouw cijfer tegenkom. De zin op dat kaartje zal ik daarna hier of in een persoonlijk berichtje aan je laten zien.

Ik ben benieuwd of ze jullie ook zullen helpen.
Groeten Hiske